Herroepers
Herstellen van hervonden herinneringen
Hoe hervind je jezelf, je leven, je verleden en je familie?
Wil je ook je verhaal vertellen?
Stuur een email naar: traumaversterking@gmail.com.
Herstellen van hervonden herinneringen. Hoe hervind je jezelf, je leven, je verleden en je familie?
Herroepers
Ik heb er eigenlijk niet lang over na hoeven denken om mijn verhaal op papier te zetten. Met mijn verhaal wil ik niemand beschuldigen of verwijten; de behandelaren niet, maar ook mijzelf niet. Ik wil alleen waarschuwen voor de sluipende processen en de gevaren van hypnotherapie.
16 jaar geleden deed ik de opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige; in die periode had ik last van wat depressieve klachten en ging in therapie bij een psychotherapeute (zij was tevens lerares op die opleiding, zag dat ik niet lekker in mijn vel zat en bood me gesprekken aan).
Na een aantal gesprekken kreeg zij de indruk dat er meer zou spelen dan hetgeen ik haar vertelde; dit zou ik verstopt hebben in mijn onderbewustzijn en d.m.v. geleide fantasie zou ik weer toegang kunnen krijgen tot datgene dat mijn klachten veroorzaakte.
Ik ben een aantal maal in (wat zij noemde) verhoogde concentratie geweest door terug te tellen naar een bepaalde leeftijd: al na de eerst keer wist zij mij te vertellen dat ik ernstig mishandeld moest zijn en na een aantal van deze sessies zou voor haar zijn gebleken dat ik seksueel misbruikt was. Dat ik daar (ook na de sessies) geen herinneringen van had, verklaarde zij als zijnde "verdrongen omdat het te pijnlijk voor mij was".
Ik werd binnen een jaar eigenlijk alleen maar depressiever, verknalde daardoor ook de opleiding en ben verhuisd naar de andere kant van het land. Na alles wat ik mij ondertussen "herinnerde" voelde ik mij niet meer op mijn gemak thuis (ik woonde toen bij mijn ouders thuis) maar durfde hen ook niet te confronteren.
Ik had een verwijzing van mijn vorige therapeut naar een collega van haar die een praktijk had in de stad waar ik naartoe verhuisde en aangezien ik mij steeds depressiever ging voelen en meer in de war raakte, ben ik verder in behandeling gegaan. De sessies verliepen nagenoeg hetzelfde alleen noemde zij het hypnose i.p.v. geleide fantasie. Ik vroeg mij ook vaak af of ik de herinneringen niet had verzonnen maar dat hoorde er volgens mijn therapeute bij: "omdat dingen te pijnlijk zijn wil je het ontkennen, doen of er niets gebeurd is". Ondertussen had ik een vriend waarmee ik ben gaan samenwonen.
Na een jaar therapie kreeg ik last van nachtmerries en vreemde flashbacks; ik begon mijzelf te beschadigen omdat ik mij steeds onwerkelijker begon te voelen. In die periode heb ik, na stevig aandringen van mijn partner, het contact met mijn ouders verbroken.
De relatie is na twee jaar stukgelopen en omdat ik, ook daardoor, steeds meer in de war raakte vertelde mijn therapeute dat ze mij niet meer kon helpen en dat ik ergens anders hulp moest gaan zoeken. Dit was zo'n klap in mijn gezicht dat ik het bijltje erbij neer heb gegooid en via 24-uurs dienst met spoed ben opgenomen in de psychiatrie omdat ik suïcidaal was. Ik was er ondertussen zelf ook van overtuigd geraakt dat ik misbruikt en mishandeld was en zag het allemaal niet meer zitten. Via een aantal psychiatrische inrichtingen werd ik uiteindelijk gediagnosticeerd als iemand met een persoonlijkheidsstoornis t.g.v. langdurig/ernstig misbruik en ben ik uiteindelijk opgenomen in een kliniek voor intensieve behandeling die zich specialiseerde in M.P.S. en traumaverwerking. Deze behandeling is (achteraf gebleken) funest geweest; iedere band met ouders en familieleden is toen verbroken omdat dit de behandeling in de weg zou staan.
In de behandeling stond het 'herinneren en herbeleven' centraal. Dit gebeurde door gesprekken, hypnose (daar werd veel mee gewerkt) en allerlei ondersteunende therapieën zoals P.M.T. (Psycho Motore Therapie). Ook hier heb ik vaak en hardop in de gesprekken getwijfeld aan hetgeen ik mij zou herinneren maar deze twijfels werden afgedaan als: een ontkennende fase, het niet willen meewerken aan de therapie (waar weer sancties op kwamen door b.v. het niet meer mogen volgen van bepaalde therapieën tot ik weer mee werkte) en zelfs als destructief gedrag hetgeen weer minder vrijheden tot gevolg had. Uiteindelijk is een maatschappelijk werker met mijn ouders gaan praten en hij wist me na het gesprek te vertellen dat al mijn twijfels ongegrond zouden zijn omdat mijn ouders potentiële daders waren en dus ik niets had verzonnen. Ook werden allerlei stemmingswisselingen gezien als bewijs voor het hebben van meervoudig persoonlijkheidsstoornissen en hier mocht je al helemaal niet tegenin gaan omdat je dan andere delen in jezelf zou beschadigen, hetgeen de behandelaren net zo ernstig vonden als automutuleren m.a.g. dat er massaal op je ingepraat werd de andere delen te accepteren en toe te laten, deed je dat niet dan was je eigenlijk zelf ook een dader……
Ik had herinneringen aan seksueel misbruik door allebei mijn ouders, herinneringen aan opgesloten en vastgebonden te zijn, herinneringen aan satanische activiteiten en misbruik van kinderen uit het buitenland die op vakantie bij ons waren. Dit ging zelfs zo ver dat mijn lichaam reageerde alsof het echt gebeurd was; tijdens de verwerkingen, waarin een of twee behandelaren je een herinnering nogmaals onder hypnose laten herbeleven had ik ook serieus ervaringen van pijn en misselijkheid, lichamelijke angst- en paniekreacties.
Al met al ben ik 5 jaar op deze afdeling geweest waarvan 2 jaar in poliklinische behandeling. Toen vond ik dat ik sterk genoeg was om het zelf weer te redden en ben tegen advies gestopt met de medicatie en de nabehandeling.
Waarschijnlijk ben ik, door het stoppen met gebruiken van angstremmers, slaappillen en antidepressiva weer helderder geworden, in ieder geval zijn er weer "normale" herinneringen naar boven gekomen en werden "herinneringen" aan misbruik steeds vager en onduidelijker.
Ik heb hier lange tijd mee overhoop gelegen; ik voelde mij zo schuldig naar mijn ouders toe dat ik liever dood ging dan hen onder ogen te komen. Ik zag toen ook een documentaire op t.v. waarin een experiment werd uitgevoerd met het manipuleren van het geheugen. Dit heeft zoveel losgemaakt, dat ik op internet ben gaan zoeken naar informatie over fictieve herinneringen. Na lang zoeken ben ik op de site van Kitty terechtgekomen en heb met dichtgeknepen keel haar verhaal gelezen; dit was voor mij zo'n opluchting…… te lezen dat ik niet de enige ben die hiermee worstelt, maar vooral ook te lezen dat het goed kan komen dat ik heb besloten om via een oom weer contact met mijn ouders te zoeken.
Mijn ouders, broers hebben me met open armen ontvangen en ook de rest van de familie en na veel gepraat en gehuild te hebben kunnen we nu weer verder met elkaar. Mijn ouders hebben zichzelf gelukkig altijd voorgehouden dat ik ziek was en niet in mijn normale doen. Ik denk oprecht dat hen dat van nog grotere schade gered heeft, zoals b.v. het uit elkaar vallen van hun huwelijk. Ik ben blij dat zij in zichzelf zijn blijven geloven!
Door dit alles zijn wij 13 jaar van elkaars leven gescheiden geweest; hebben mijn ouders het gevoel gehad te moeten vluchten naar een andere plaats omdat de vragen en confrontaties hen te veel werden. Zij zijn hier zowel psychisch als lichamelijk bijna aan onderdoor gegaan.
Het was erg te moeten horen dat er voor hen in die periode geen hulp noch opvang was, dat zij door de meeste behandelaars zijn behandeld als paria's.
Een voorbeeld daarvan is toen ik na een overdosis kantje boord in het ziekenhuis lag; mijn ouders zijn daarvan wel op de hoogte gesteld en halsoverkop naar het ziekenhuis gegaan. Eenmaal aangekomen werden zij al bij de ingang tegengehouden en heeft mijn behandelaar hen verteld dat ik (vanuit een coma) via handsignalen had duidelijk gemaakt dat zij niet naar binnen mochten en dat ze weg moesten gaan.
Ikzelf ben 15 jaar van mijn leven kwijt en hier zowel psychisch als lichamelijk beschadigd uitgekomen.
Ik ben nu bezig, door veel over vroeger te praten met mijn ouders, mijn geheugen weer op orde te krijgen en schrik ervan hoe dingen verdraaid zijn geweest en hoe gevaarlijk hypnose kan zijn.
Als voorbeeld: ik herinnerde me op een gegeven moment vastgebonden te zijn en geslagen en betast te worden. Nu blijk ik op school veel gepest en geslagen te zijn, mijn moeder vertelde me dat ze mij een keer (door twee buurmeisjes) vastgebonden heeft aangetroffen…… Dit is door hypnose en aanpraten van seksueel misbruik vervormd tot een herinnering die totaal niets meer met de realiteit te maken heeft.
Ik wil hiervoor waarschuwen, ook voor het feit dat behandelaars elkaars bevindingen klakkeloos overnemen zonder dit nader te verkennen, twijfels van patiënten in de wind slaan en zich blind staren op bestaande meningen en overtuigingen zonder dit van tijd tot tijd te herzien.
Misschien ook wel te goed hun werk willen doen en daardoor te snel in een al bestaande richting blijven denken en zich koste wat kost vasthouden aan uitgezette methodes om diagnoses te stellen (DSM). In een wereld waarin misbruik, zelfvernietiging en persoonlijkheidsstoornissen aan de orde van de 24-uurs klok zijn, wordt al snel alles onder een noemer gegooid: als je graag zwarte kleding draagt is dat voor hun een bewijs dat je herinneringen hebt aan satanisch misbruik…… terwijl je ook gewoon van de kleur zwart kunt houden zonder dat daar ook maar iets achter hoeft te zitten.
Zoals ik al schreef; ik ben 15 jaar van mijn leven kwijt en door alles heeft mijn vertrouwen in mensen en in de hulpverlening een behoorlijke deuk gekregen. Ik moet verder met de littekens op mijn lichaam en met mijzelf.
Gelukkig heb ik geweldige ouders en broers die mij niets verwijten en niets liever willen dan zo goed als mogelijk de draad weer op te pakken en dat had ik echt nooit durven hopen…
Ik hoop ook dat door dit te lezen men gaat nadenken over hypnose.
En dat ik anderen die zich hier misschien in herkennen ook, net zoals ik een paar weken geleden, een stukje hoop en kracht mee kan geven dat het niet over hoeft te zijn en dat het doorbroken kan worden.
Mijn naam is Rowland. Neemt u alstublieft de tijd om mijn verhaal te lezen en te horen wat therapie met je leven kan doen. In 1990 was ik een verwarde jongeman van 24 jaar. Ik had mijn studie afgebroken en leidde een wild bestaan met mijn vrienden. Maar ondanks dit "lang leve de lol" voelde ik me erg ongelukkig.
In december 1990 werd ik verwezen naar een therapeut. Zes maanden later was ik ervan overtuigd dat mijn vader mij als tweejarig kind anaal had verkracht. Het hek was van de dam en al gauw kwamen er meer herinneringen aan seksueel misbruik naar boven. Mijn therapeut werkte met 'Body Memory Work' en Psychodrama, waardoor ik mijn trauma's herbeleefde. Heftige emoties werden geuit en na een therapiesessie voelde ik me gezuiverd, bevrijd en veilig. Maar niet voor lang. Tussen de sessies door ging ik me steeds slechter voelen en therapie werd een soort verslaving.
Mijn wereldbeeld veranderde. Mijn therapeut liet me geloven dat onze maatschappij werd gevormd en beheersd door seksueel misbruik. Van generatie op generatie werden deze traumatische ervaringen doorgegeven en zij bepaalden sinds eeuwen, diep verborgen in hen die het hadden ondergaan, het handelen van de mensheid. Ik ben altijd gevoelig geweest voor het leed en onrecht in de wereld en deze nieuwe levensvisie verklaarde waarom er door de eeuwen heen zoveel oorlogen en gruweldaden hadden plaatsgevonden.
Ik geloofde dat mijn vader in twee verschillende bewustzijnswerelden leefde, net als ik deed voordat ik met therapie begon. Aan de ene kant leefde hij in ontkenning en was hij zich niet bewust van zijn daden. Aan de andere kant was hij een monster dat zijn zoon seksueel misbruikte. Vreemd genoeg kon ik mijn vader zien in het licht van vergeving. Hij was ook maar een slachtoffer van de eeuwige cyclus waarin seksueel misbruik van de ene op de andere generatie overging. Het was een ziekte die onze familie al eeuwen teisterde.
Na een jaar therapie confronteerde ik mijn vader met mijn herinneringen. Het hoorde bij de therapie en ik was er door mijn therapeut op voorbereid dat mijn vader mijn beschuldigingen zou ontkennen. Mijn therapeut probeerde me ook over te halen om melding van het misbruik te maken bij de Kinderbescherming, maar iets hield me tegen zover te gaan. Ik heb mijn vader gezegd dat ik geen contact met hem wilde, tenzij hij zou toegeven wat hij me had aangedaan en zijn excuses zou aanbieden. Maar mijn vader zei dat hij zich niet kon verontschuldigen voor iets wat hij nooit gedaan had. Hoezeer ik ook aandrong, hij bleef het misbruik ontkennen. Mijn therapeut had mij hiervoor gewaarschuwd en zijn ontkenning bevestigde voor mij zijn schuld. Zo begon een periode van verwijdering tussen mij en mijn vader die acht jaar zou duren.
Ik sloot me aan bij een zelfhulpgroep voor lotgenoten, maar daar had ik niet veel aan. Ook bezocht ik vijf jaar lang de wekelijkse bijeenkomsten van een Mannelijke Incestoverlevers Groep. We bevestigden en versterkten elkaars geloof in het misbruik dat we ons in therapie waren gaan herinneren. Tegelijkertijd begon ik een studie in Lichaamswerk (massage), waarbij ik leerde verborgen lichaamsherinneringen en pijnlijke emoties aan het licht te brengen. Ik hoopte dat ik zelf therapeut kon worden.
Na twee jaar therapie begon ik te geloven dat ik ook satanisch ritueel misbruikt was en dat mijn vader lid was van een of andere duistere sekte. Ik ben overgestapt naar een andere therapeut, die echter wel dezelfde methode hanteerde. Dat was belangrijk, want ik geloofde dat deze therapie me beter zou maken. Ik kreeg echter niet mijn oude zelfvertrouwen terug en tussen de sessies door werd ik overspoeld door zelfmoordgedachten.
Na drieëneenhalf jaar therapie worstelde ik nog steeds met mezelf en mijn herinneringen. Tegen mijn zin moest ik de therapie beëindigen omdat ik het niet meer kon betalen. Dit bleek later een zegen te zijn. Ik ging minder vaak naar de lotgenotengroep omdat ik er weinig baat bij had en stopte er uiteindelijk helemaal mee. Wel bleef ik bij de Mannen-Incestoverlevers Groep, al was dat vooral omdat mijn groepsgenoten bijsprongen in de kosten en niet wilden dat ik weg zou gaan. Zonder therapie waren mijn dagen nu leeg en betekenisloos. Ik was niet tevreden over de resultaten van de groep en ben er toch mee gestopt. Ik dacht dat als ik mijn verleden al ooit zou kunnen verwerken het op een andere manier moest gebeuren.
Al die tijd heb ik gelukkig wel contact gehouden met mijn moeder. Zij was erg ondersteboven van mijn beschuldigingen aan mijn vaders adres en liet me uiteindelijk weten dat ze mijn hervonden herinneringen aan seksueel misbruik niet kon geloven. We spraken af het niet over mijn herinneringen te hebben, zodat we elkaar konden blijven zien. Ik besef nu hoeveel geluk ik heb gehad dat ik de onder 'overlevers' geldende regel, dat moeders medeplichtig zijn en dus net zo schuldig aan het misbruik, aan mijn laars heb gelapt.
Bij de geboorte van mijn dochter kreeg ik, via mijn moeder, een felicitatiekaart van mijn vader. Hij had er ook wat geld bij gedaan. Maar het belangrijkste was dat hij geen toespelingen maakte op mijn "valse beschuldigingen" en mijn "valse herinneringen". In de weinige brieven, die hij me via mijn moeder had doen toekomen, had hij het daar altijd over, wat voor mij een reden was om er niet op te reageren. Ik had gehoord dat hij actief was in een of andere organisatie, die mijn therapeut en groepsgenoten een toevluchtsoord voor pedofielen noemden: de False Memory Syndrome Foundation.
Ik besloot nogmaals een therapiewet te overtreden en nodigde mijn vader uit voor een gesprek. Ik zou mijn beschuldigingen niet terugnemen, maar ik zou ook niet meer van hem eisen dat hij zijn excuses zou aanbieden. Misschien kon ik met hem eenzelfde afspraak maken als met mijn moeder, dat we het onderwerp zouden laten rusten. Ik geloofde nog steeds dat het misbruik door een 'ziekte' veroorzaakt was en daar had mijn vader ook niet om gevraagd. En ik wist niet 100% zeker of mijn vader zich wel bewust was van hetgeen hij mij had aangedaan. In therapie had ik geleerd dat vaders ook dissociëren en verdringen dat zij hun kinderen misbruiken. Door het zo te zien leek het me wel toegestaan om het contact met mijn vader te herstellen en dat verkoos ik boven het alternatief van geen contact.
Na de ontmoeting met mijn vader staken de twijfels, die ik altijd aan mijn herinneringen heb gehad, weer de kop op. Als "overlever" zag ik deze twijfels als een logisch gevolg van mijn jarenlange onwetendheid en de ontkenning van het misbruik. Nu stond ik voor het eerst sinds jaren de gedachte toe dat er misschien een andere mogelijkheid was, dat het misbruik misschien nooit plaatsgevonden had. Ineens leken beide kanten even goed mogelijk. Maar ik besprak mijn twijfels nog niet met mijn vader. Ik wilde zeker zijn. En mijn weerstand om toe te geven dat ik het jarenlang bij het verkeerde eind kon hebben gehad was enorm groot.
Ik besloot dat ik mijn leven weer in eigen hand moest nemen. Om te beginnen moest ik mij inspannen om een beter leven voor mijzelf en mijn gezin te creëren. Ik begon positiever in het leven te staan en zag mezelf nu als een man met mogelijkheden in plaats van als een mislukking. Tijdens dit veranderingsproces kreeg ik een inzicht! Hoe heb ik zo lang zo blind kunnen zijn?
Mijn dochter was 20 maanden oud en ik verschoonde haar luier. Ze was nu even oud als ik was tijdens de eerste anale verkrachting door mijn vader. Ik bekeek haar anus en realiseerde me dat een volwassen man zich wel heel veel moeite zou moeten getroosten om zijn geslachtsdeel in dat miniscule gaatje in te brengen. Ik was uit het veld geslagen. Die verkrachting die ik me tijdens de therapie was gaan herinneren had nooit kunnen gebeuren. En als die herinnering niet waar kon zijn, dan konden al mijn hervonden misbruikherinneringen vals zijn.
Ik heb mijn vader onmiddellijk gebeld en deze ontdekking van de waarheid met hem gedeeld. Ik kon me niet meer voorstellen hoe ik in die afschuwelijke fabels heb kunnen geloven.
De mens is gevoelig voor beïnvloeding en en hersenspoeling. Mijn eerste therapeut was ervan overtuigd dat ik het slachtoffer was van verschrikkelijk seksueel misbruik. Gaandeweg, in de hoop beter te worden, heb ik mij tot haar 'geloof' bekeerd. Ik leefde verder in de overtuiging dat ik in mijn vroege kinderjaren afschuwelijk sexueel misbruik had doorstaan en overleefd.
Ineens voelde ik de behoefte met andere ouders te praten die net als mijn vader vals beschuldigd waren. Ik moet eerlijk toegeven dat ik bang was toen ik de eerste keer naar een bijeenkomst van de False Memory Foundation ging. Maar ik ontmoette daar niet de machtige kopstukken van een geheim genootschap dat satanisch ritueel misbruik predikt en pleegt. Ik ontmoette een groep ouders, en broers en zussen, die verdriet hadden om iemand van wie zij hielden en die uit hun leven verdwenen was.
Ik weet nu dat ik het slachtoffer ben geworden van een modieuze en trieste ontwikkeling in de psychotherapie, waarbij sinds het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw steeds meer therapeuten als uitgangspunt hanteren dat de problemen van hun cliënten voortkomen uit (verdrongen) seksueel misbruik in de vroege jeugd, meestal gepleegd door de vader van de cliënt. Ik heb gehoord dat maar 8% van hen die in therapie verdrongen herinneringen aan seksueel misbruik hebben hervonden en hun ouders daarvan hebben beschuldigd, hun beschuldigingen later weer ingetrekken. Veel families zijn onnodig verscheurd en zullen dat altijd blijven. Mijn familie is een van de zeldzame gelukkige gevallen die elkaar weer gevonden hebben.
Het was een moeilijk en pijnlijk proces om te gaan geloven en accepteren dat ik een incestslachtoffer was. Nu kostte het veel moed om die leugen weer te ontmaskeren en de waarheid onder ogen te zien, om aan mezelf en anderen toe te geven dat ik misleid ben en het bij het verkeerde eind heb gehad. Het zijn, onnodig, tien ongelooflijk pijnlijke jaren geweest voor mij en mijn familie.
Wie chronische hoofdpijn heeft, regelmatig depressief is, allerlei angsten heeft en langdurige periodes van anorexia nervosa, vraagt zich vast vaak af waardoor het komt dat het leven zo zwaar is. Tenminste, ik wel. Zo kon het gebeuren dat ik in 1995 in contact kwam met een psycholoog. Hij dacht dat hij me kon helpen erachter te komen wat de oorzaak van deze ellende was. Ik geloofde hem. Binnen een maand nadat de therapie gestart was, had ik levendige herinneringen aan satanisch ritueel misbruik en werd de diagnose MPS (meervoudige persoonlijkheid stoornis) gesteld. Tegenwoordig heet het DIS (dissociatieve identiteitsstoornis). Voor de duidelijkheid: voordien had ik nooit herinneringen die op misbruik wezen en zeker niet op satanisch ritueel misbruik.
Ik ging me steeds beroerder voelen, maar het moest eerst erger worden voordat het beter zou gaan, zei de psycholoog. Ik geloofde hem. Binnen korte tijd zat ik zwaar onder de medicijnen, anti-psychotica, anti-depressiva, kalmeringsmiddelen en slaapmiddelen. Ik kon mijn huishouden niet meer aan, kon niet meer voor mijn kinderen zorgen, ik durfde niet eens meer het huis alleen uit.
Ik twijfelde regelmatig aan mijn herinneringen, maar de psycholoog zei dat ik in de ontkenning zat en dat het beter zou gaan als ik ging accepteren dat ik misbruikt was in een satanische sekte. Ik geloofde hem. Ik moest boeken lezen en met lotgenoten praten en inderdaad, dat hielp. Er was heel veel herkenning en ik ging er in geloven, totdat ik weer begon te twijfelen.
De twijfel werd zo groot dat ik een second opinion liet doen en opnieuw werd de diagnose MPS/DIS gesteld. Ik bleek ook PTSS (post traumatische stress stoornis) te hebben, nog een bewijs dat ik ernstig misbruikt was.
Ik hoorde wel eens verhalen over fictieve herinneringen, m.n. over ouders die vals beschuldigd zouden zijn door hun kinderen. In periodes dat ik geloofde dat ik misbruikt was vond ik dat belachelijk. Mijn verklaring (en die van de therapeuten) was dat dat mensen waren die er niet voor uit durfden te komen dat ze hun kinderen misbruikt hadden óf ze hadden zelf MPS, waardoor ze zich het misbruik niet herinnerden. In periodes van twijfel raakte ik in de war van alles wat met fictieve herinneringen te maken had, dus bleef ik er bij uit de buurt.
Het was een hel. Ik maakte alles 'opnieuw' mee, de pijn, de vernedering, de angst. Ik was bang om de telefoon op te nemen, de deur open te doen, want de satanisten konden me komen halen. Een taxi die onschuldig voor de deur stond, maakte me panisch. Ik deed diverse zelfmoordpogingen, lag op intensive care, werd opgenomen op de gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis. Midden in dit proces brak ik met mijn familie waarvan ik zeker dacht te weten dat het satanisten waren, het was dus erg gevaarlijk om contact met hen te hebben.
Na 7 jaar stopte ik met alle therapie en ik was inmiddels een heel ander verleden rijker. Zo had ik o.a. tussen mijn 12de en 18de jaar 9 kinderen gekregen, die allen vermoord waren, was ik misbruikt door zo'n beetje iedereen in mijn omgeving, had ik zelf mensen en kinderen misbruikt en zelfs een aantal vermoord.
Ik twijfelde nog steeds, maar besloot om de vraag 'is het waar of onwaar' los te laten en mijn eigen leven te leiden. Dat werkte tot op zekere hoogte, maar de vraag bleef naar boven komen. Uiteraard, hoe kun je zo'n vraag over zulke ernstige zaken onbeantwoord laten?
De laatste periode van twijfel brak aan. Ik wist heel diep van binnen dat het niet waar kon zijn, maar stel dat het toch waar was? Als ik zou toegeven dat het niet waar was, dan wilde ik me ook weer verzoenen met mijn familie, maar stel dat ze toch satanisten waren, dan was verzoening erg gevaarlijk. En zo kwam ik op deze site en las ik Kitty's verhaal en de verhalen van lotgenoten. Ik ben ook verder gaan lezen op sites van Amerikaanse vrouwen met soortgelijke ervaringen en ik was geschokt. Echt geschokt.
En ik wist, zo is het bij mij ook. En diep van binnen weet ik dat al sinds ik bij de eerste psycholoog wegging, voor die tijd zelfs al. Maar dan werd het weer bevestigd van buitenaf door diverse hulpverleners, zelfs door een vriendin die zich herinnerde dat ik haar in een satanische setting misbruikt zou hebben.
Toen ik voor het eerst toegaf dat ik niet misbruikt ben en dat ik fictieve herinneringen heb was er zo'n opluchting. Zo'n zekerheid ook. Natuurlijk roept het heel veel vragen en onzekerheid op. Hoe kon het gebeuren? Waarom duurde het zolang voordat ik echt wist dat het niet gebeurd is?
Ik weet nu zeker dat ik niet misbruikt ben en al helemaal niet ritueel misbruikt. Ik heb altijd het verschil geweten tussen echte herinneringen en de verhalen van alters, die ik als herinneringen aan moest nemen en die ik ook regelmatig voor waar aannam. Immers, ik moest lief zijn voor hen die de pijn en trauma's voor mij hadden gedragen. Ik moest hen geloven en ik mocht niets ontkennen, ik mocht zelfs niet aan hun verhalen twijfelen. De dingen die ik 'opnieuw' beleefde, had ik nooit beleefd. Ze gebeurden voor het eerst in die therapie-kamers en gevolg was dat ik door die herbelevingen ging leiden aan posttraumatische stress stoornis. PTSS was geen bevestiging voor misbruik, maar het gevolg van foute therapie!!
Inmiddels is het contact met mijn familie herstelt, zij zijn blijven hopen dat ik bij zinnen zou komen en ik ben hen dankbaar dat ze me kunnen vergeven en me weer in hun armen sluiten.
Het voelt alsof ik ontwaakt ben uit een nachtmerrie. Een nachtmerrie die 9 jaar duurde.
Ik was begin 20 toen ik in een depressie terecht kwam, de reden voor de depressie was niet bekend. In die periode heb ik veel pastorale zorg gehad: gesprekken, bevrijdingsgebed (bevrijding van demonen), gebed voor innerlijke genezing, maar het ging niet beter. Wat er aan de hand was, was nog steeds onduidelijk. Ik deed een paar serieuze zelfmoordpogingen.
Zo nu en dan waren er betere periodes, maar op een gegeven moment ging het weer helemaal verkeerd. De pastoraal werkers wisten het ook niet en baden steeds dat God zou openbaren wat er toch aan de hand was. Immers, als je de oorzaak weet, dan kan je daarmee aan de slag.
Zomer 1995. Ik ging naar een christelijke conferentie en ik ontmoette daar een psycholoog. Tijdens de conferentie was er veel tijd voor persoonlijk gebed.
Die psycholoog bad gedurende 4 dagen dagelijks een paar keer met me. Hij bad o.a. dat God zou openbaren wat er aan de hand was met mij en dat God mij rust en vrede en leven zou geven. Op de 5de dag werd ik 's morgens wakker met de woorden: "Zeg P. dat Hanneke met hem wil praten". Ik snapte er niets van, maar het bleef door mijn hoofd spoken. De naam Hanneke kwam me niet vreemd voor, dat was de naam van een denkbeeldig vriendinnetje dat ik als klein kindje had. Ik verwachtte dat P. het heel gek zou vinden, maar hij was niet verbaasd. Het leek zelfs alsof hij er blij mee was, alsof het een doorbraak o.i.d. was. Ik snapte er niets van.
We gingen naar een ruimte waar we privacy hadden en P. vroeg Hanneke wat ze hem wilde vertellen. Ik vond het maar een vreemde gang van zaken, maar liet het gebeuren en tot mijn stomme verbazing hoorde ik mezelf vertellen over seksueel misbruik door mijn vader toen ik baby was. Tijdens het vertellen had ik pijn, moest ik kokhalzen, het was een vreselijke ervaring. Ik snapte niet waar het vandaan kwam, ik wist wel heel zeker dat ik het zelf niet verzonnen had.
P. vertelde dat dit echt gebeurd was en dat mijn vader mij misbruikt had.
Ik voelde me verslagen. Mijn vader had mij misbruikt? Ik kon het niet geloven en toch ook weer wel.
P. wilde me na de vakantie in therapie nemen (ondanks het feit dat hij een lange wachtlijst had). Hij vond dat hij mij nu niet in de steek kon laten, het was immers in zijn aanwezigheid naar boven gekomen. Dat vond ik erg aardig van hem.
Na de vakantie ging ik dus in therapie en therapie ging hetzelfde als tijdens de conferentie.
We babbelden wat over de afgelopen week en daarna ging P. voor mij bidden. Hij bad dat de Heilige Geest die dingen naar boven zou brengen, die op dat moment belangrijk waren. En weer kwamen er verhalen, steeds erger en steeds gruwelijker, zelfs verhalen over satanische rituelen in afgrijselijke details.
Het verschil met die ervaring op de conferentie was dat ik na afloop zelf niet meer wist wat 'ik' verteld had, dus we namen het op bandjes op die ik thuis beluisterde en uitschreef. Ik vond het moeilijk om het te geloven, maar ik verzon niets, dus moest ik het wel geloven. Ik heb in die tijd zo vaak gezegd: ik wou dat ik het verzon, dan trok ik het allemaal weer in.
Ik twijfelde bij elk nieuw verhaal, maar ik verzon het niet, dus waar kwam het vandaan? P. zei dat het echt gebeurd was en dat hij over dat soort verhalen gelezen had en dat waren soort gelijke verhalen, met dezelfde details. Ik had er nooit wat over gelezen, dus waar had ik die details vandaan? Toen ik later wel ging lezen over ritueel misbruik zag ik inderdaad de overeenkomsten. Heel eng was dat. Ook zei P. dat wat er met mij aan de hand was een naam had. Het heette mps.
Achteraf bleek door gesprekken met een psychologe dat ik iedere keer dat P. voor mij bad in een andere bewustzijnstoestand kwam, met andere woorden, ik raakte onder hypnose.
De mate van hypnotiseerbaarheid van een persoon schijnt aangeboren te zijn en ik ben extreem gemakkelijk te hypnotiseren. Dat was een schok voor mij, ik was vanuit mijn christelijke geloofsovertuiging tegen hypnose, ik zou nooit naar een hypnotiseur of hypnotherapeut gaan, en nu bleek dat ik vrijwillig wekelijks onder hypnose geweest was.
Een jaar later was ik psychisch een wrak. Ik zat onder de medicijnen, was overal bang voor en kon vrijwel niets meer. Ik smeekte P. om de therapie anders in te richten. Niet zo gericht op het ontdekken van trauma's, maar op het leren omgaan met het hier en nu. Dat vond hij tijdverspilling en na heel veel strijd ben ik gestopt met therapie bij hem.
Een periode van hevig twijfelen brak aan. Ik las erg veel, zowel van de pro- als contrazijde, van believers en non-believers m.b.t. dis en hervonden herinneringen in therapie.
Ik kwam er niet uit, de chaos werd groter en ik was de wanhoop nabij.
Als het waar was moest ik het onder ogen zien om beter te kunnen worden, maar als het niet waar was wilde ik mijn tijd er uiteraard niet aan verdoen.
Er kwam een christen uit Amerika en hij was gespecialiseerd in bevrijding en genezing van mensen met dis en ritueel misbruik. Ik bad dat ik bij hem terecht kon en dat hij een openbaring van God zou krijgen. Hij bevestigde dat ik dis had en ritueel misbruikt was. Ik had het immers niet verzonnen? Nee, ik had het niet verzonnen, het kwam vanzelf naar boven. Dat was voor hem bewijs genoeg. Na de gebedssessie merkte ik veel vooruitgang, dat leek ook weer een bevestiging.
Inmiddels had ik al een second opinion gehad van een 'kopstuk' op het gebied van dis en zij gaf me de diagnose dis en ernstige ptss. Bij haar ben ik 2 1/2 jaar in therapie geweest. Als ik twijfelde praatte zij het weer uit mijn hoofd. Ik had immers dis, dat moest ik accepteren, en als ik dat accepteerde moest ik ook de verhalen van de alters geloven. Ondanks dat zij ervoor waakte dezelfde fout te maken als haar collega, nl. mij ongewild onder hypnose brengen, bleven de verhalen komen. Weliswaar minder frequent, maar toch kwamen er nieuwe herinneringen. Uiteindelijk stopte ik ook met deze therapie.
Op een gegeven moment kwam ik bij een andere christen-hulpverleenster terecht. Inmiddels was ik er zelf van overtuigd dat alles wat er naar boven gekomen was, echt waar was. Maar op een gegeven moment doken mijn twijfels weer op. Deze hulpverleenster ging nog een stap verder en zei me dat het mijn verantwoording in de hemelse gewesten was om dit alles te verwerken. Ik mocht satan niet laten winnen en satan zou winnen als ik ging ontkennen. Wat breng je daar tegenin? Op dat moment niets. Uiteindelijk ben ik ook daar weggegaan.
2 jaar lang was ik ervan overtuigd dat ik geen therapie meer wilde, maar het ging steeds minder goed, ik was depressief, raakte weer tijd kwijt, dus............... nog een keer geprobeerd.
Ik kwam weer bij een christen-therapeute. Ik kwam nog maar kort bij haar toen de twijfel ter sprake kwam. Haar stellige antwoord was : "Ik wéét dat jij het hebt meegemaakt, zoiets verzin jij niet". En ik dacht: ho stop, hoe kan jij zeker weten wat ik heb meegemaakt terwijl ik het niet eens zeker weet? Ik wéét dat ik het niet verzonnen heb, maar wat als alles één grote misleiding is? Pas toen ging het knopje echt om.
Thuis gekomen ben ik alles op een rijtje gaan zetten en het rijtje kreeg ik niet kloppend. Te veel onwaarschijnlijkheden, veel te veel gruwelijkheden, te weinig uren in een dag, te weinig dagen in een week om meegemaakt te hebben wat de alters vertelden.
Ik heb zitten puzzelen en puzzelen en ik kreeg het niet kloppend.
Uiteindelijk durfde ik voor mezelf toe te geven dat ik mezelf al die jaren had laten misleiden. Dat ik niet misbruikt was en hoogstwaarschijnlijk ook geen dis had. En de vrede die ik toen ervoer was iets wat ik nog nooit had meegemaakt. Zo bijzonder, zo intens.
Helaas kwam ik na een paar dagen weer met beide benen op aarde, want zo'n ontdekking heeft natuurlijk heel wat consequenties en roept heel veel vragen op. Zowel bij mezelf als bij mijn omgeving. Ik probeer nog steeds om alles op een rijtje te krijgen, te verwerken en een plekje te geven.
Voor mij is het nog steeds de vraag hoe ik zo stom heb kunnen zijn om zolang in leugens te geloven, ondanks dat ik er zo vaak aan twijfelde. Het is té gemakkelijk om te zeggen dat het de schuld van de therapeuten is. Ik heb mij laten misleiden.
Ik heb zelf de regie van mijn leven uit handen gegeven en heb geloofd wat anderen zeiden. Als ik twijfelde liet ik me geruststellen. Pas toen ik niemand meer had die macht over me had, geen therapeut, geen pastoraal werker, geen voorganger, geen geestelijk leider, pas toen kon ik eerlijk naar mijn herinneringen kijken. Toen kon ik niet meer in paniek naar iemand rennen met de vraag wat zij dachten. Ik durfde er zelfs niet meer om te bidden, want als ik bad om openbaring dacht ik aan alles wat geestelijke leiders en christen-therapeuten zeiden.
Vrijwel al mijn therapeuten waren christenen, die voor of tijdens therapie in gebed gingen.
Ik dacht veilig te zijn als ik bij christen-therapeuten hulp zou zoeken.
De werkelijkheid bleek anders.
Tot op heden ben ik er zeker van dat elk van mijn behandelaars het beste met mij voor had en dat ze oprecht geloofden dat ik dis had en ritueel misbruikt was.
In ieders leven zit leed. Het is onvermijdelijk dat er dingen op de levensweg komen die vervelend zijn. Toen de ziekte van mijn broertje en mijn moeder werd gediagnosticeerd had mijn leven niet zo op zijn kop hoeven staan als hij stond. Ik was 13, kreeg een eetstoornis en zag het leven niet meer zitten. Na drie jaar kwam het moment waarop een opname in een instelling nodig leek. Het RIAGG stelde het voor in een gesprek met mij, mijn ouders moesten van mij thuis blijven. Toen ik het ze vertelde namen ze contact op met het RIAGG, dat het toch wel raar was dat zij hier niet bij betrokken waren.
Ik bleek de interesse van de psychologe te hebben gewekt door mijn innerlijke wereld te formuleren als zijnde twee personen. De 'bitch' en het te lieve meisje die voortdurend zorgden voor innerlijke tweestrijd. Nu ik erop terugkijk was het niet zo raar dat ik dat voelde. Het klimaat thuis was zwaar. Als middelste kind raakte ik verstrikt in mijn plaats in het gezin. Bij mijn oudste broer werden de eerste tekenen van schizofrenie zichtbaar. Mijn ouders ploeterden met een gezin waarvan zij verwachtten dat twee deelnemers zouden sterven binnen vijf jaar. Ik denk dat ik in die tijd de fase van depressiviteit voorbij was, met als gevolg een labiel karakter.
Toen ik werd opgenomen leerde ik binnen drie weken hoe ik mezelf middels puntenslijpermesjes kon beschadigen. Mijn eetstoornis verminderde en de andere manier van zelfbeschadiging nam toe. In de instelling was ik zo bang dat ik 's nachts in de wasbak plaste om maar niet de gang op te hoeven. In therapie ging het eerst over de ziekte en de gezinsstructuur. Er werd nadrukkelijk gesteld dat ik geen meervoudige persoonlijkheidsstoornis had.
Na een periode van observatie mocht ik naar de langdurige behandelingsunit. Zelf wilde ik opgenomen blijven, omdat ik niet terug naar huis wilde. Ik kreeg steeds minder grip op mezelf en begon me nog meer te verliezen in het zelfbeschadigende gedrag. Vermoedelijk was ik zo zwaar depressief dat ik tegen het psychotische aan zat. Ik had geregeld het idee buiten mezelf te staan. In de therapie waren we uitgepraat; ik had verteld over alle vervelende dingen in mijn leven. De wisseling van psychiater zorgde ervoor dat ik binnen enkele weken een test afnam om te kijken of ik toch een meervoudige persoonlijkheidsstoornis had. Inmiddels was ik ongeveer een half jaar opgenomen.
Vanuit een enorme machteloosheid, voelde ik me zo slecht dat ademen het enige was dat ik van mezelf vroeg. Niet omdat ik wilde leven, maar omdat het me niets meer uitmaakte dood te zijn of te leven. De psychiater en therapeute dachten dat er meer trauma achter mijn zelfbeschadigende gedrag moest zitten. Na de test vroeg de psychiater naar geloofsbijeenkomsten, waarop ik antwoordde dat ik die niet had bijgewoond. Toen uitte zij het vermoeden dat mijn opa mij zou hebben misbruikt. Ik ging daar wel in mee. Inmiddels leken mijn benen op rauwe stukken vlees en ik was om het maar even kort door de bocht te zeggen knettergek. Ik was afgezakt tot de bodem van mijn bestaan. Daarna heb ik nooit meer zo'n diepte gezien. Mijn geest verkeerde in volledige staat van overspannenheid.
Omdat ik lak had aan protocollen om de zelfbeschadiging te laten stoppen, moest ik vaak naar de gesloten afdeling, om daar te slapen. Daar raakte ik nog meer in de stress en kreeg ik mijn eerste herbelevingen van het misbruik. De psychiater had gelijk, ik was inderdaad misbruikt. De therapie beleefde hoogtij dagen. Mijn therapeut en ik analyseerden de in kaart gebrachte problemen in de therapie. Elke innerlijke gedachte noemde ik een alter. De lijn tussen de werkelijke wereld en een verknipte innerlijke wereld vervaagde. Mijn brein schepte beelden, die ik allemaal voor waar aannam. Inmiddels beschadigde ik mezelf zo dat ik voortdurend op de gesloten afdeling verbleef. Mijn moeder belde naar de instelling omdat zij me liever bij haar thuis dood wilde laten gaan, dan daar in de instelling. De instelling gaf aan geen grip op me te hebben en ik mocht naar huis.
Uiteraard zou de therapie ambulant worden voortgezet. Mijn therapeut sprak twee keer per week met verschillende personen in mij. Eenmaal thuisgekomen werd ik geconfronteerd met dezelfde problemen en gevoelens als waarom ik ooit naar de instelling wilde. Maar in de therapie was daar geen ruimte meer voor. Het misbruik stond centraal. Mijn ouders stelden na afloop van elk uur vragen over de therapie, ze wilden weten wat ik besprak. Ik vond dat heel vervelend.
Op een dag wilde de therapeut meer weten over de dader van het misbruik. Ergens is er toen iets veranderd. Ik kwam thuis en op mijn kamer voelde ik me heel raar. In mijn kledingkast stond op gezichtshoogte een spiegel. Ik deed de kastdeur open en keek mezelf aan. Het is achteraf net alsof ik uit iets kwam, ineens liet mijn geest de gedachte door dat het allemaal niet waar was. Dat was een hele schokkende gedachte en tegelijk een enorme opluchting. Met die gedachte ben ik naar beneden gegaan om er met mijn ouders over te praten. Bleek dat zij niet geloofden dat er van misbruik sprake was geweest. Het kon volgens hun praktisch niet zijn gebeurd. Ze hadden mij er niet mee willen confronteren, omdat ze het beste voor me wilden en niet wilden stoken in de therapie.
Ik ben abrupt gestopt met de therapie. Na ongeveer een half jaar ging ik werken en na de zomervakantie ging ik weer naar school. Gedurende een jaar ben ik zeer instabiel gebleven, maar het ging wel steeds beter.
Mijn therapeut vertelde me in het begin van de therapie dat ik uit de testen was gekomen als slim, ik kon in haar zien dat zij dat ook echt vond. Ik had het gevoel dat ze een zwak voor me had, ze kwam in haar vakantie terug voor de sessies met mij. Er zijn verschillende fases geweest; om afstand van haar te nemen was heel moeilijk, daarna kwam de woede.
Toen ik in het gewone leven stond ging ik met sprongen vooruit, ik heb hulp gehad van een psycholoog die me met beide benen op de aarde liet staan. Als ik zei dat ik rattengif had gekocht zei hij er vrij weinig over en liet me gewoon naar huis gaan. Inmiddels woonde ik op mezelf. Door in het leven te staan ben ik losgekomen van mijn instabiliteit en kon ik mijn leven opbouwen.
Op het moment dat ik mezelf aankeek in de spiegel heb ik gekozen om te leven en er wat van te maken. In het eerste jaar na de breuk heeft mijn vader de therapeut en psychiater voor het medisch tuchtcollege gedaagd; de instelling kreeg een berisping. Ik zat toen nog in mijn fase van loyaliteit, dus ik stond toen langs de zijlijn.
Na twee jaar ben ik op een avond naar het terrein gegaan. Ik heb een briefje geschreven waarin ik het beide dames vergaf. Toen ik daar stond in het donker, heb ik gekozen voor berusting in mijn verleden. Een aantal jaren laten ontstond er echter een soort angst om ze ooit tegen te komen. Vandaar dat ik een aantal jaren geleden heb gebeld met de therapeut. Ze zei uit zichzelf dat ik nooit een meervoudige persoonlijkheid heb gehad. Ze vroeg hoe het met mijn oudste broer was en met de rest van het gezin. Ik geloof wel dat ik die stoornis toen had. Ik denk dat ik net zo goed nu nog had kunnen denken dat het allemaal wel waar was en dat ik dan nu nog aan het praten was via stemmetjes in mij. Waarom ik wakker ben geworden uit de nachtmerrie is me niet helemaal duidelijk.
Waar ik moeite mee heb is het feit dat mijn verhaal zich in een regionale openbare instelling afspeelde. Beide dames timmeren hard aan de weg als zijnde specialisten elk op een ander gebied. Zij hangen nog steeds de deskundige uit, terwijl ik voor de rest van mijn leven getraumatiseerd ben.
Ik ben ooit mijn basis verloren. Zo voelde het voor mij om te gaan geloven in iets wat aangepraat is. Mezelf verliezen was het allerdiepste gat waar ik ooit in heb gezeten. Het vertrouwen in het leven was ik kwijt toen ik werd opgenomen, misschien dat ik daarom zo kwetsbaar was. Toen ik uit de instelling kwam was ik het geloof in mijn verleden ook kwijt.
Met de zelfbeschadiging ben ik gestopt toen de psychiater naar mijn benen keek en hoofdschuddend zei dat ik deze littekens nooit meer kwijt zou raken. Kennelijk was er toch een sprankje hoop op leven. De lange broeken irriteren me elke zomer ongeveer twee keer. Dan ben ik even somber, omdat het litteken op mijn hart te verhullen is, maar als collega's vragen waarom ik met 30 graden een lange broek aan heb, is het even slikken.
Voor de duidelijkheid; ik ben niet misbruikt. Maar eenmaal aangemaakte herinneringen kunnen bovenkomen. Ik denk nog zelden aan hetgeen ik heb meegemaakt. Ik ben gelukkig, heb mijn leven opgebouwd. Met mijn verhaal wens ik geen oordeel uit te spreken over mensen die zeggen te zijn misbruikt. Voor mensen die twijfelen of partners of ouders die twijfelen: zoek hulp!
Toen ik ontdekte dat het niet waar was leek het even alsof alles instortte. Want het werd op een bepaald moment veiliger te blijven geloven, dan om afstand te nemen. Toen ik het eenmaal wist, luchtte het ook op. Toch was het belangrijk om kort daarop hulp te krijgen van een psycholoog. Want ik ben getraumatiseerd uit de opname gekomen en dat heb ik moeten verwerken. Voor mijn vertrouwen is het ook belangrijk geweest om daarna iemand te ontmoetten die wel integer was. In mijn geval had ik weldegelijk problemen, het misbruik leidde daarvan af. Toen ik weer in het leven stond kwamen mijn oorspronkelijke problemen weer naar boven.
Sterkte, aan allen die hiermee te maken hebben!
(Het volgende verhaal wordt niet verteld door de herroeper zelf, maar door haar medisch dossier. Het spreekt boekdelen.)
Week 1
A. wordt door het Riagg doorverwezen naar een PAAZ-afdeling. In de verwijsbrief staat:
"Ernstige affectieve verwaarlozing; extreem verbaal en non-verbaal geweld van de vader; gruwelijke momenten in de thuissituatie."
Het dossier van de PAAZ-afedling wordt door verschillende medewerkers bijgehouden. Hierin is te lezen hoe een vermoeden van seksueel misbruik steeds meer het uitgangspunt van de behandeling wordt. A. gaat uiteindelijk overstag, accepteert haar 'hervonden' verleden en confronteert haar ouders ermee.
Week 2
"Nooit liefde gekregen van ouders; vader dronk overmatig en was agressief; A. moest thuis alle werk opknappen."
Week 4
"Doorbraak tijdenslichaamswerk; affectieve ontkenning en verwaarlozing door beide ouders; alcoholische vader en afstandelijke moeder; beide ouders tot satanische daden in staat."
Week 5
"Mogelijk fysiek geweld; A. twijfelt aan incest."
Week 6
"Ernstige lichamelijke mishandelingen."
Week 7
"Emotioneel EP: hierbij kwam incest naar boven; herkent vaders gezicht in dat van mannelijk therapeut X."
Week 9
"Moet nog toegeven dat er sprake is van seksueel geweld; komt nog niet naar boven."
Week 12
"Meer zelfacceptatie; gevoelens vanuit incestervaringen zijn uiterst pijnlijk; meer en meer komt los; lijkt te gaan accepteren dat zij slachtoffer was."
Week 13
"Tot acceptatie gekomen maar begrijpen kan ze ’t nog niet; de verdere herinneringen zullen vanzelf wel komen, zoals nu al in elk contact met mij (therapeut X.)"
Week 25
"Heeft tegen haar moeder gezegd dat ze seksueel misbruikt is."
Week 29
"Voorgesteld wordt haar te verwijzen naar een instituut voor incestslachtoffer; ook wordt hypnose voorgesteld."
Week 33
"Waarschijnlijk heeft moeder ook een incestverleden; mogelijk geprojecteerd op A. Wij stellen voor om afstand van ouders te houden."
Week 34
De situatie loopt uit de hand: A. doet een zelfmoordpoging; ze wordt gedwongen opgenomen en later overgeplaatst naar een andere instelling.
Enkele maanden later bezoekt A. haar ouders. Ze trekt haar beschuldigingen in.
In een brief aan de verantwoordelijke psychiater van de PAAZ-afdeling schrijft A. dat zij geen incestslachtoffer is, maar dat de behandelende therapeuten van de PAAZ haar dat hebben aangepraat. In zijn antwoordbrief stelt de psychiater “dat noch uit het psychiatrisch onderzoek, noch uit mijn persoonlijke behandeling of die van mijn medewerkers seksueel misbruik is gebleken."
Na een reeks hulpverleners, ben ik via een kennis doorverwezen naar DT.
Ik ben vanaf mijn 7e jaar door een oom en een buurman misbruikt en op mijn vijftiende op een gewelddadige manier verkracht. Ik hoefde bij DT niet op een wachtlijst. Ik kon gelijk terecht bij haar.
In het begin voelde ik me ontzettend begrepen door DT en dat was nog niet eerder gebeurd in de hulpverlening. Ze heeft een charismatische uitstraling en laat je geloven dat jij heel bijzonder bent voor haar. En ze beweert de beste therapeute te zijn op het gebied van seksueel misbruik. Ze vertelt dat ze niet is aangesloten is bij een beroepsvereniging omdat ze zich dan aan regels moet houden en dat dan ten koste gaat van haar bijzondere therapie. Later bleek dat ze geen diploma heeft.
In feite doet ze zich voor als een surrogaatmoeder en ze weet je daar feilloos mee in te pakken. In individuele sessies, die regelmatig 3 uur duurden, gaat het eigenlijk nooit over wat er werkelijk heeft plaatsgevonden. Daar wordt overheen gepraat. Waar het om gaat is dat je terug gaat naar je kindertijd en al je kindsdelen leert kennen. Mij stond dit erg tegen maar als ik daar niet in mee ging zou ik volgens haar nooit beter worden.
De oefeningen die ze met je doet zijn afhankelijkheidsverhogend. Zo gebeurde het bijvoorbeeld dat ik tijdens een sessie de film "Bambi" ging kijken, liggend op haar schoot, met een dekentje over mij heen. Dit onder het mom van dat ik dit allemaal gemist had toen ik klein was, en dat ik nu de enige was die ervoor kon zorgen dat die kindsdelen nu allemaal gehoord en gezien mochten worden. Op een gegeven moment had ik 86 kindsdelen, waar zij er al 4 van kende?
Negatieve dingen over je ouders werden enorm aangedikt: je kon er niets goeds over zeggen. Probeerde je dat, dan was het resultaat een grote mond (dat is haar manier van provocatief werken). Ze maakte me enorm bang door bijvoorbeeld te vragen of ik ritueel misbruikt zou zijn. Dit naar aanleiding van dingen die ik verteld heb over mijn familie. Mijn vader (reeds overleden) werkte vroeger in mortuaria. Ik had inmiddels ook geurhallucinaties, dus dat kon volgens haar niet anders zijn dan de geur van lijken. Een streng christelijke opvoeding, een gewelddadige vader, niet van de kerstdagen houden; dat waren genoeg ingrediënten om mij een satanisch ritueel misbruik aan te praten. Ik had het allemaal verdrongen volgens haar. Ontkennen had geen zin.
Ik werd ontzettend onder druk gezet. Door te werken met een verlaagd bewustzijn is het bij mij gebeurd dat ik het allemaal ging zien en voelen en geloven. Ik raakte volkomen gedesoriënteerd, ik kreeg meer zelfvernietigingsdrang, ik ging stemmen horen en ik raakte aan de drank en slaapmedicatie. Ze zei nadrukkelijk dat ik hier niet met anderen over moest praten, ook niet met een medewerkster (waar ik dagelijks telefonisch contact mee moest hebben) en zelfs mijn man moest zich niet met mij en de therapie bemoeien. Ik raakte daardoor volkomen geïsoleerd en werd nog afhankelijker van haar.
De groepstherapie vond eens in de twee weken plaats van 21.00 -23.00 uur maar dit werd soms 1.30 uur in de nacht omdat DT ellenlange bloemlezingen gaf over haar eigen misbruikverleden. Leden van andere groepen bleken hele andere informatie te krijgen over haar verleden dan onze groep. Vaak werden er oefeningen gedaan waar je niet aan toe was. Bijvoorbeeld in mijn geval een uitbreekoefening: hierbij kwamen een aantal mensen op me liggen en ik moest hier onder vandaan zien te komen. Dit kon ik absoluut niet aan. Grapjes maken tijdens een oefening resulteerde vaak in een grote mond van DT krijgen. De aanpak van DT kun je het beste omschrijven als dat er daderstructuren in haar gedrag zitten en dat het geheel veel weg heeft van een sekte.
We zijn met een groep cliënten en begeleiders naar Kreta geweest. Deze therapieweek was om beter te worden. De oefeningen waren veelal aanraakoefeningen: ik werd op het strand gemasseerd door twee begeleiders terwijl ik dat afschuwelijk vond. Maar dat was "mijn fout aangeleerde grens", volgens DT. Kortom: grensoverschrijdend. Ook vond ik het walgelijk dat de man van DT, die mee was, seksueel contact heeft gehad met een cliënte. DT was hiervan op de hoogte en toen ik haar daarmee confronteerde zei ze dat die walging aan mijn eigen visie op waarden en normen moest liggen. Uiteindelijk ben ik met twee andere cliënten weggegaan. Door deze ontzettende slechte ervaring, heb ik geen vertrouwen meer in de hulpverlening.
Tegen DT heb ik gezegd dat ik haar heel onprofessioneel vind. Ook heb ik een medewerkster van DT mijn klacht verteld. Zij heeft hier niets mee gedaan. Omdat DT geen BIG-registratie heeft, kon er geen klacht ingediend worden bij het Medisch Tuchtcollege. Samen met twee andere cliënten heb ik een klacht ingediend bij de Inspectie voor de Volksgezondheid. Zij vonden het een kwalijke zaak maar konden er geen aanklacht van maken omdat er geen strafbare feiten zijn gepleegd.
Ik ben van huis uit religieus opgevoed, maar sinds mijn huwelijk ging ik nooit meer naar de kerk. In 1988 ben ik echter voor hulp naar de dominee gestapt. Ik had last van een straatfobie en had mezelf aangepraat dat mijn problemen misschien het gevolg waren van dat ik nooit meer naar de kerk ging. De dominee wilde me helpen en ik voelde me er goed bij.
Behalve met de dominee had ik ook gesprekken met een ouderling. Zij verzekerden mij dat mijn genezing uit de hoek van de kerk moest komen en ik vertrouwde daarop. Met name de ouderling was erg bezig met het geloof, volgens hem was alles voorbestemd. Hij was constant bezig zijn gedachten op mij over te brengen. Volgens zijn zeggen bad hij veel tot God en kreeg dan een teken. Als hij zo'n teken kreeg wist hij dat hij goed zat en volgens hem zat ik dan ook op het goede spoor.
Ik ging alleen naar de kerk om van mijn fobie af te komen, daar had ik alles voor over. Ik had door die fobie zo'n negatief zelfbeeld dat ik daar hoe dan ook van af moest. De dominee en de ouderling gingen daar echter totaal aan voorbij. Mij werd een schuldgevoel aangepraat: "Zie je wel, je gaat niet meer naar de kerk en dat is de oorzaak van je problemen." Daarnaast waren ze op de hoogte van de slechte, niet zorgzame manier waarop mijn man mij behandelde. Ze zagen in mij een kwetsbare vrouw die makkelijk voor de kerk te winnen was en deden daar dan ook erg hun best voor.
Ik denk dat ze in het begin wel goede bedoelingen met mij hadden. Ze overtuigden mij ervan dat het hernieuwde contact met de kerk mij goed deed. Zelf voelde ik alleen maar dat het steeds slechter ging, maar dan werd mij gezegd: "Dat voel je wel zo, maar het gaat echt beter met je." Het gaf me een erg beklemmend gevoel en ik durfde helemaal niets meer.
De ouderling kwam elke week en belde me regelmatig. Zelf ging ik regelmatig naar de dominee en deze belde me ook vaak. Soms op de vreemdste momenten als ik het totaal niet verwachtte. De gesprekken gingen altijd over hetzelfde en in hetzelfde stramien. Het begon en eindigde altijd met een gebed of een lied. Dan begonnen ze over religie, daarna over de relatie met mijn man en vervolgens kwam het weer op het religieuze vlak. Ik vond het moeilijk om over seksuele zaken te praten, maar omdat de gesprekken zo omkapseld waren met religie dacht ik dat het goed was. Er werd steeds aangestuurd op het seksuele en steeds meer ingegaan op details. Ze gebruikten een bepaalde tactiek om mij dingen te laten zeggen die ik helemaal niet wilde zeggen. De informatie werd als het ware uit me getrokken.
Seks was weliswaar een probleem binnen mijn relatie, maar het was slechts een klein deel van een veel complexer probleem. Mijn fobie werd steeds erger en ik werd depressief. Op een gegeven moment durfde ik de deur helemaal niet meer uit. Toen ik een keer een afspraak met de dominee afbelde omdat ik de straat niet op durfde, werd hij boos en zei: "Als je niet komt dan kun je het verder wel vergeten." Ik ben dus gegaan, maar heb eerst meerdere tabletten seresta geslikt. Ik kwam half verdoofd aan en kon niet helder meer denken. Achteraf had ik het gevoel dat ik als het ware gehersenspoeld werd.
Tijdens een gesprek, waarbij ik weer half verdoofd was door de seresta, ging het weer eens over seksualiteit. Ik kreeg de schuld van de slechte seksuele relatie met mijn man omdat ik te geremd zou zijn. Volgens de dominee moesten we daar de oorzaak van mijn problemen zoeken, het moest een diepere reden hebben dat ik zo geremd was. Hij begon toen over de relatie met mijn vader. Ik had op dat moment niet zo'n sterke band met mijn vader, omdat mijn ouders mijn fobie niet konden begrijpen. Door maar door te hameren op dat punt kwam de dominee tenslotte tot de conclusie dat ik vroeger misbruikt moest zijn door mijn vader. Onder druk heb ik dat toegegeven, het zou ook een logische verklaring voor mijn problemen zijn. Mijn werd gezegd dat ik het altijd weggestopt had, en: "Je vader is wethouder, in die kringen gebeurt dat heel vaak." Op dat moment dacht ik zelf: "Hé, ik zit hier toch wel goed. Dus dat is de reden dat ik zo ben."
De dominee vond dat ik aangifte moest doen. Ik zei dat ik dat niet kon, dat ik het niet durfde en me er ook niets van kon herinneren. Dan zou hij aangifte doen. Ik heb gezegd dat ik dat absoluut niet wilde en dat hij er met niemand over mocht praten. Dat was goed, als ik maar beloofde met hem te blijven praten. Ik bleef dus naar hem toe gaan en de zogenaamde incest kwam steeds weer ter sprake. Ik kon mij er niets van herinneren, maar dacht: "Hij is de deskundige, dus het zal wel zo zijn. Ik heb het kennelijk erg ver weggestopt." Het gebeurde wel eens dat als de dominee maar door bleef vragen over de situatie vroeger met mijn ouders en ik ergens geen antwoord op wist, dat ik dan wat verzon, gewoon omdat een bepaald antwoord van mij verwacht werd. Mijn fantasie sloeg af en toe totaal op hol. Dat had te maken met mijn wankele mentale toestand van dat moment, mijn radeloosheid en de seresta die ik slikte. Ik zag geen andere uitweg voor mijn problemen.
Op een gegeven moment wilde de dominee met mij en mijn man praten. In dat gesprek dwong hij mij mijn man te vertellen dat ik als kind seksueel misbruikt was door mijn vader. Hij zei: "Je gaat de kamer niet uit voor je het verteld hebt," en begon zelfs te huilen. Ik heb het verteld en mijn man werd erg boos op mijn vader, wilde hem wat aandoen. Hij is daarvan weerhouden omdat afgesproken was dat alles wat besproken werd binnen dat kamertje zou blijven.
Ik werd steeds depressiever en meer in de war. Ik wist niet meer wat waar of niet waar was, had last van geheugenverlies en kreeg een verschrikkelijk schuldgevoel. Mijn fobie werd zo sterk dat ik zelfs de tuin niet meer in durfde om de was op te hangen. Ik belde de dokter en vroeg of hij wilde komen, maar deze zei dat ik bij hem moest komen. Dat durfde ik niet, dus heb ik tegen de dominee gezegd dat ik een dokter nodig had. Hij wilde dat wel regelen, maar alleen als hij mocht bepalen naar welke dokter ik zou gaan. Hij heeft toen een afspraak gemaakt met een psychotherapeut aan de andere kant van het land die vanuit een religieuze achtergrond werkte. Samen met mijn man ben ik er naartoe gegaan.
Hoewel de dominee had beloofd om met niemand over de incest te praten bleek deze psychotherapeut ervan op de hoogte. Bij de derde afspraak heb ik gezegd dat als het over de incest moest gaan ik liever terug ging naar de ouderling, die vertrouwde ik. De psychotherapeut antwoordde dreigend: "Als je dat doet hoef je hier niet meer terug te komen, dan kap ik alle hulp aan jou af en hoef je ook van niemand anders meer psychologische hulp te verwachten." Ik heb toen toch gekozen voor de ouderling, omdat hij de enige persoon was in wie ik nog vertrouwen had. De psychotherapeut bevestigde zijn woorden nog eens in een brief aan de ouderling en stelde daarin de volgende diagnose over mij: ik was manisch-depressief, leugenachtig en ik fantaseerde.
Aan mijn man had ik vanaf dat moment niets meer. Hij gebruikte de diagnose tegen mij en kreeg een steeds intensiever contact met de dominee, terwijl mijn contact met de dominee naar de achtergrond verdween.
Mijn gesprekken met de ouderling werden steeds frequenter en intensiever. Mijn man was hierop tegen (hij vond net als de dominee dat ik terug moest naar de therapeut), dus vonden de gesprekken niet meer thuis plaats maar in de auto van de ouderling. In de auto werd altijd kerkmuziek gedraaid waardoor ik mij prettig en rustig voelde. De ouderling begon complimenten in mijn richting te maken en op momenten dat ik me diep ellendig voelde sloeg hij zijn arm om me heen. Ik zag daar geen kwaad in, ervoer het als een vriendschappelijk gebaar van iemand die het goed met me voor had.
Op een gegeven moment zei de ouderling dat hij erg met me te doen had. Dat hij begreep dat ik door het gebeuren met mijn vader en met mijn man nooit echte liefde ervaren had. Hij stelde voor om in het kader van de therapie mij te laten ervaren hoe het was om seksueel contact te hebben met iemand die wel om je geeft. Hij verzekerde me dat hij dat niet voor zichzelf deed maar voor mij. In een gevoel van machteloosheid ben ik daarmee ingestemd en sindsdien is er veelvuldig seksueel contact geweest. Ik wilde dat absoluut niet, maar ik wilde zo graag beter worden en hij was de enige persoon die ik vertrouwde, ik wilde hem niet kwijtraken.
Ten einde raad ben ik in 1995 naar de politie gegaan en heb aangifte over dit alles gedaan, maar de zaak is geseponeerd omdat de kerk een beschermd instituut zou zijn. Justitie zei dat ze geen stappen kon ondernemen. Ik heb daarna diverse verklaringen ondertekend die de dominee, de ouderling en mijn man vrijpleitten, verklaringen dat alles door mij kwam. Ik was immers gek volgens de 'deskundigen'.
Ik ben ook naar mijn vader gegaan en heb hem verteld wat er allemaal gebeurd was. Ik heb mijn ouders veel verdriet gedaan en heb alle schuld op mij genomen. Daarna heb ik het contact met mijn familie verbroken, dat leek me op dat moment het beste.
Ik zocht hulp bij de GGZ en kreeg daar allerlei diagnoses: manisch depressief, borderline, DIS, anorexia, sociale fobie … Tegen al deze diagnoses heb ik mij verzet. Ze kloppen niet en horen niet bij mij, maar ook de GGZ ging uit van de fictieve verhalen over seksueel misbruik door mijn vader. Ik heb regelmatig gevraagd om opschoning van mijn dossier, maar dat gebeurt niet en dus blijft alles van de dominee, de psychotherapeut en mijn toenmalige huisarts als 'de waarheid' mijn dossier bepalen.
In 2002 kreeg ik een spv-er (sociaal psychiatrisch verpleegkundige) aan huis en begon het hele liedje van voor af aan. Haar was binnen één dag duidelijk dat ik seksueel misbruikt moest zijn door mijn vader. Ik moest op zoek naar mijn innerlijk kind, moest gaan slapen met een teddybeer, moest haar brieven schrijven en emails op haar privé mailadres. Dus schreef ik honderden brieven over seksueel misbruik door mijn vader. Ik zat opnieuw gevangen in het web van aangeprate fictieve herinneringen, en dat terwijl ik in 1995 bij de politie had verklaard dat dit helemaal niet waar was! De spv-er zag deze aangifte echter als een ontkenning van het misbruik en ze deed er alles aan om de verdrongen herinneringen met behulp van dat innerlijke kind weer omhoog te halen, wat helaas gelukt is.
Na negen maanden werd om voor mij onduidelijke redenen deze hulpverlening stop gezet en kreeg ik een andere spv-er. Volgens de GGZ is dat nu eenmaal het protocol van hulpverlening aan huis,
Opnieuw geef ik wekelijks aan dat het niet klopt, dat de herinneringen niet kloppen, dat de therapie niet aansluit bij mijn werkelijke probleem, maar van deze spv-er moet ik in het hier en nu blijven en mag ik niet over vroeger praten. Wat gebeurd is is gebeurd, en volgens de GGZ doet het er niet toe wat wel of niet waar is van mijn geschiedenis. Voor mij is dat echter van levensbelang! Ik heb gevraagd om een second opinion maar nooit gekregen. Mijn medisch dossier is blijkbaar heilig!
Sinds twee maanden is mijn spv-er ziek en ligt mijn therapie voor onbepaalde tijd stil. Ik voel me eindelijk eens wat beter, ik kom weer tot mezelf. En toen ontdekte ik Traumaversterking. Ik heb al die jaren gedacht dat ik de enige was die dit is overkomen, dat het aan mij lag, dat ik niet goed snik was. Nu lees ik meer ervaringsverhalen en weet ik dat ik - helaas - niet de enige ben. Voor mij is dit een hele geruststelling! Die anderen zijn er uit gekomen, dus mogelijk kan ik dit ook!
Hoe een misbruikt geheugen van een droom
een nachtmerrie maakte
Alle namen in dit artikel zijn fictief om familie en kleinkinderen te beschermen.
Een aantal therapeutische sessies leidde ertoe, dat dochter Marieke vanuit het niets haar vader en broer beschuldigde van seksueel misbruik in haar jeugd.
Hieronder vertelt moeder Anja over de schrijnende gevolgen van deze herinneringen voor haar man Rik, haar zoon Tony, haar schoondochter Rinske en de kleinkinderen.
Een deel van mij zou het verdriet van de daken willen schreeuwen over het uit elkaar vallen van ons gezin en over de machteloosheid en het onrecht dat ons, maar ook onze dochter is aangedaan. Een ander deel van mij zwijgt er liever over omdat het zo'n beladen onderwerp is. Ik zeg altijd: "Ik loop met een geheim dat het mijne niet is". Dit is ons opgedrongen. Toch kies ik ervoor om mijn stem te laten horen en door mijn verhaal te vertellen kan ik misschien ook andere slachtoffers helpen die zich in mijn verhaal kunnen herkennen.
Ons gezin bestaat uit vier personen. Mijn man Rik en ik zijn bijna 48 jaar getrouwd.
Naast onze dochter Marieke - die drie prachtige dochters heeft - hebben we onze zoon Tony, getrouwd met Rinske en samen hebben zij een prachtige dochter en zoon.
Vier jaar na onze zoon werd nog een zoon geboren. Tot ons grote verdriet is hij na 10 maanden overleden. Dit was de grootste crisis in ons gezin en we waren zo kapot van verdriet dat we elkaar niet meer konden steunen. We zijn toen in therapie gegaan en dat heeft ons goed geholpen met de verwerking, maar het was een moeilijke periode voor ons allemaal.
Na vier jaar kwam onze dochter Marieke. Een mooi en zeer gewenst kind en later moeder van onze kleindochters Monica, Cristien en Leontine. Als kind was Marieke vrolijk, gevoelig en sociaal. Ze was creatief en had humor. De band tussen Marieke en haar broer Tony was ondanks het leeftijdsverschil zeer liefdevol en betrokken. Hij hielp haar waar hij kon en zij deden samen aan karate.
We waren gewoon een fijn gezin.
Toen de kinderen uit huis gingen brak voor mijn man en mij een nieuwe periode in ons leven aan. De verstandhouding met de kinderen en schoonkinderen was prima en we kwamen (en komen met het gezin van Tony) graag bij elkaar.
Vervelend was dat Marieke in oplopende mate last kreeg van neerslachtige en depressieve gevoelens na haar bevallingen. Haar zwangerschappen waren steeds zwaar en na de bevalling gaf zij vaak aan het allemaal niet goed aan te kunnen. Vooral na de bevalling van haar jongste dochter Leontine werd het haar teveel. Cristien was toen 3 jaar en een slechte slaper. Wij hielpen Marieke zoveel mogelijk omdat ze niet aan haar rust toekwam.
Onze dochter zocht steeds meer hulp bij een osteopaat. Deze osteopaat werkte in hetzelfde gebouw als de vrouw van haar latere therapeut. Marieke vertelde ons dat deze therapeut, verbonden aan de toenmalige stichting Elfenlicht, haar kosteloos hielp met loopbaancoaching om erachter te komen wat zij als beroep zou willen. Vanaf dat moment merkten wij dat Marieke steeds afstandelijker werd naar ons als ouders en haar broer en minder vaak bij ons op bezoek kwam.
Op een verjaardag vertelde Marieke dat ze een geweldig weekend had gehad. Ze maakte drie dagen lang interne therapiesessies mee met weinig tijd voor rust en slaap. De sessies waren gericht op een vrouw die weigerde haar incestverleden te benoemen. De therapeut wilde een doorbraak forceren. Marieke vertelde dat de vrouw in het midden van de groep moest staan, daaruit probeerde weg te komen, terwijl de hele groep haar steeds terug duwde en naar haar schreeuwde dat ze haar verzet moest opgeven. Uiteindelijk "brak" de vrouw en vertelde over haar incestverleden. Marieke vond dat ze die vrouw daarin kon steunen en noemde de ervaring fantastisch en bevrijdend. Voor ons als familie voelde deze therapievorm niet goed. We maakten ons zorgen over onze zo veranderde Marieke. Later vertelde Marieke ons nog dat ze een cursus volgde "de schaduwkanten van mijn jeugd" geheten.
Mijn man en ik zagen dat er een vriendschapsrelatie ontstond tussen Marieke en haar man en de therapeut en zijn vrouw. Zij pasten op de kinderen en namen ze dagjes mee uit naar een pretpark enz. Via de website kwam ik er achter dat Marieke administratief werk voor Elfenlicht verrichtte. De mogelijk hierdoor ontstane afhankelijkheid van Marieke en haar gezin ten opzichte van stichting Elfenlicht verontruste ons zeer.
Na deze ontwikkeling volgden een aantal vervelende incidenten. Op de eerste verjaardag van onze jongste kleindochter werden we als opa en oma genegeerd. De volgende dag belde mijn man onze dochter op om het uit te praten. Zonder resultaat. Ik heb haar daarna in een telefoongesprek ook gevraagd om er over te praten, maar ze zei tegen mij "geen oude koeien uit de sloot te willen halen".
Mijn verdriet over het verstoorde contact werd door Marieke afgedaan met de woorden: "Ik ben niet verantwoordelijk voor jouw pijn en verdriet".
Marieke schreef via email dat ze een time-out wilde om tot zichzelf te komen. Sinds die mail kregen we ondanks meerdere pogingen geen echt contact meer met haar.
Het contact met de kleinkinderen, waar we een hele sterke band mee hadden, werd belemmerd. We spraken met oudste kleindochter Monica af dat we haar elke zaterdag zouden bellen. Na een paar keer, waarbij Monica zich voor ons vreemd afstandelijk gedroeg aan de telefoon, kregen we alleen nog contact met een antwoordapparaat van de stichting Elfenlicht. Via een oppasmevrouw van Elfenlicht kon ik eindelijk met Monica praten die zei dat ze liever tv wilde gaan kijken. Een logeerafspraak van Monica werd via email afgezegd omdat ze bij een medecursist zou gaan logeren. We waren verbijsterd en heel verdrietig.
Dan gebeurt het ondenkbare
Als mijn man en ik op vakantie zijn in het buitenland ontvangt onze zoon een emailbericht van Marieke dat Monica vanwege haar veiligheid nooit meer bij Rinske, Rik en Anja mag logeren. Marieke waarschuwde Rinske dat ze goed op haar kinderen moest letten, vooral op haar dochter. Hevig geschrokken belde Rinske haar schoonzus die haar vertelde, dat na een "lichte" therapiesessie in het weekend ze van de therapeut had gehoord dat haar dromen over seksueel misbruik waarheid waren. Geëmotioneerd zei Marieke: "Hij is energetisch therapeut, paranormaal begaafd en kan dat voelen".
Marieke's man nam op dat moment het gesprek over. "Ik kon het eerst niet geloven, maar de therapeut bevestigde dat dit de waarheid was".
Als ik na mijn vakantie bij thuiskomst mijn dochter telefonisch om opheldering vraag, vertelt zij mij dat ze door mijn man en onze zoon is misbruikt toen zij 6 jaar was. Ook vertelt zij dat ze moest toekijken hoe mijn man onze, toen 14 jaar oude zoon, misbruikte. Dit alles moet zijn gebeurd als ik in het buitenland op familiebezoek was.
Feit: ik ben niet in het buitenland geweest toen zij 6 jaar was en onze zoon is oud genoeg om te getuigen dat het absoluut niet waar is.
Marieke had zelfs haar dochter Monica meegenomen naar de therapeut die beweerde, dat opa wel opgewonden was, maar zijn kleindochter niets gedaan had.
Dan slaat het ongeloof, de ontzetting en verbijstering toe. Ik heb alle emoties doorleeft, van ongeloof, woede, verdriet en pijn. Ik voelde mij of er een mes in mijn hart was gestoken. Mijn man heeft er weken over gedaan om enigszins tot zichzelf te komen. Samen zijn we blijven zitten met honderden vragen zonder antwoord.
Huidige situatie
Marieke weigert ieder contact. Weigert door ons voorgestelde bemiddeling van een psycholoog. Reageert niet op lieve kaarten, bloemen met: "ik hou van je" en "ik mis je".
Het ergste dat een moeder kan overkomen is het verliezen van een kind. Ik verloor er twee. De overtuiging dat mijn dochter Marieke ook slachtoffer is maakt het allemaal nog erger.
Na vier jaar is het gevoel van woede, pijn, verdriet en onmacht er nog steeds en ben ik op zoek gegaan naar mede-slachtoffers. Steun vond ik bij het verhaal van de familie Rutherford. De vader beschreef precies hetzelfde gevoel. Door hen en ook ondersteund door het artikel van Asha ten Broeke in dagblad Trouw en de reactie van Elke Gerearts, wetenschapspsycholoog aan de Erasmus Universiteit, en zeer emotionele gesprekken met mede-slachtoffers voel ik me sterk genoeg om door te gaan. Door te gaan met mijn leven binnen het restant van ons gezin in de hoop dat ik door mijn actie een steentje kan bijdragen om meer misbruikt herinneringenleed te voorkomen.
Aan mijn dochter wil ik zeggen:
Lieve Marieke,
ik hoop dat het goed gaat met jou en de kinderen. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan jou denk. Ik mis je en ook de vele fijne dingen die we samen deden.
Ik hoop dat je op een dag naar ons toe durft te komen en dat ik je in mijn armen kan sluiten.
Mijn deur staat altijd voor jou open.
Ik hou van je en ik zal nooit de hoop opgeven.
Liefs Mama
Wat ik tot nu toe heb ondernomen
Mijn man en ik hebben gesproken met een "slachtoffer" van een foute therapeut. Zij heeft haar vader beschuldigd en is daar later op teruggekomen. Voor het verhelderende gesprek met haar zijn wij zeer dankbaar. Zo ga je begrijpen wat een therapeut kan veroorzaken en de gevolgen daarvan. Ik vind het ook zeer moedig van deze vrouw om ons haar verhaal te vertellen. Haar heeft het ook geholpen om te horen hoe wij, de beschuldigde ouders het beleven. Wij hebben nog steeds contact met elkaar.
Ook hebben wij contact gehad met een moeder waarvan een zoon was beschuldigd door zijn zus. Wij vonden het een fijn gesprek omdat je de dingen en gevoelens van elkaar herkent. Wij merkten dat zij het prettig vond om ook haar verhaal met ons te delen. Met een andere zoon van deze moeder hebben wij een bijzonder goed contact gekregen. Hij neemt het volledig op voor zijn broer en heeft mij geholpen aan veel van de eerder genoemde boeken en websites. Nog steeds is hij een enorme steun en toeverlaat en hebben wij regelmatig goede gesprekken.
Ons verhaal is door Asha ten Broeke gepubliceerd in het dagblad Trouw en via deze link te lezen.
Ik heb de volgende boeken gelezen:
"Graven in het geheugen" van Dr. ElisabethLoftus en Katherine Ketchum.
"My lie" van Meredith Maran
"Victoms of memories " van Mark Pendergast.
"Valse Zeden" van Chris Veraart.
Herstellen van hervonden herinneringen
Hoe hervind je jezelf, je leven, je verleden en je familie?
In de Verenigde Staten zijn de eerste herroepers al vele jaren geleden met hun verhalen naar buiten gekomen. Mark Pendergrast, door zijn beide dochters vals beschuldigd van incest en bekend van het boek "Victims of Memory", heeft onderzoek gedaan onder retractors. Zijn bevindingen heeft hij verwerkt tot een zelfhulpboek voor slachtoffers van hervonden herinneringen, getiteld "Recovering from recovered memories".
Helaas heeft hij nog geen uitgever voor zijn boek kunnen vinden, maar ik mag een samenvatting van elk hoofdstuk op deze site publiceren. Voor iedereen die te maken heeft (gehad) met fictieve herinneringen zal het erg herkenbaar zijn en hopelijk een hart onder de riem steken.
Herstel
Mensen die ontwaken uit een valse herinneringen-roes staan oog in oog met een gruwelijke realiteit: zij hadden het mis. Op een verschrikkelijke manier hadden zij het mis wat betreft hun eigen verleden, hun eigen herinneringen. Hoe kon dit gebeuren? Betekent het dat zij gek waren, of dom?
Het antwoord is nee. Door de eeuwen heen is gebleken dat mensen ontvankelijk zijn voor massa-hysterie, groepsdruk en misdiagnoses. Als je in therapie gaat bevind je je per definitie in een kwetsbare positie, je bent op zoek naar antwoorden. Als de therapeut, een autoriteit op dat moment, dan zegt dat je alle symptomen van een slachtoffer van seksueel misbruik vertoont, dat je mogelijk de herinneringen aan dat misbruik hebt verdrongen en dat je alleen beter zult worden als je je alles weer gaat herinneren, dan heb je alle reden om je dat "misbruik" te gaan herinneren.
Het fenomeen "cognitieve dissonantie" (d.i. een toestand van innerlijke spanning ten gevolge van het als tegenstrijdig ervaren van twee bewustzijnsinhouden) kan helpen verklaren hoe je zo stellig kon geloven in een waanidee en waarom het zo moeilijk is om dat geloof weer los te laten.
Waarschijnlijk heb je nu pas echt last van een posttraumatische stressstoornis (PTSS), en dan niet vanwege traumatische gebeurtenissen in je kindertijd. Het is omdat je de grond onder je voeten kwijt bent geraakt door de therapie en de hervonden herinneringen. Het is begrijpelijk dat je compleet in de war bent.
Door het opgraven van verdrongen herinneringen in therapie gaan de meeste cliënten zich steeds slechter voelen in plaats van beter. De therapeut verklaart dit als volgt: "Het moet eerst slechter met je gaan voordat je beter kunt worden". Maar beter wordt het nooit. Hoe meer 'herinneringen' naar boven komen, hoe meer zij lijden en doordraaien. Ze slapen niet meer. Ze raken hun baan en hun vrienden kwijt, evenals hun familie en vaak zelfs hun huwelijk of relatie.
Maar er is hoop. Als je na het ontmaskeren van je fictieve herinneringen weer terugkeert in de realiteit kun je je leven weer in eigen hand nemen. De zin in en van het leven kan terugkeren.
Voor hen die nog steeds worstelen met hun hervonden herinneringen: werp eens een objectieve blik op je huidige leven. Ben je er beter aan toe dan voor je in therapie ging? Mis je je familie? Wil je op deze manier door met je leven?
Dit hoofdstuk bevat (in het boek) het verhaal van Betty O'Connor, een studente die in therapie ging nadat zij tijdens een avondje stappen verkracht werd. In therapie hervindt ze verdrongen herinneringen aan incest.
Tekst: Mark Pendergrast
Vertaling: Traumaversterking
In de meeste gevallen zijn de hervonden herinneringen tot leven gewekt in een vorm van trance. Het vermeende misbruik wordt opgeroepen in een ontspannen geestelijke toestand, veroorzaakt door hypnose, geleide fantasie, meditatie, gebed of het 'waarheidsserum' sodium amytal (dit wordt in Amerika regelmatig gebruikt, maar in Nederland bij mijn weten niet in therapeutische context). Deze 'herinneringen' lijken in eerste instantie niet waarheidsgetrouw, maar de therapeut verzekert de cliënt dat het normaal is om eerst aan de herinneringen te twijfelen, de cliënt is nog "in ontkenning". Door steeds opnieuw naar de herinneringen te kijken en het tijd te geven, zullen zij gaan inzien dat de herinneringen waar zijn. Vaak wordt er gewerkt met visualisatietechnieken, waarbij de 'herinneringen' op een innerlijk videoscherm geprojecteerd worden.
En inderdaad, na verloop van tijd worden de 'herinneringen' in toenemende mate realiteit en dringen zich steeds meer op. Het is zelfs zo dat mensen die inmiddels weten dat het fictieve herinneringen betrof aan gebeurtenissen die nooit plaats hebben gevonden, toch nog geplaagd worden door de verschrikkelijke beelden in hun hoofd.
PET-scans van de hersenen hebben recentelijk aangetoond dat wanneer iemand zich bewust een bepaald voorval voor ogen haalt hetzelfde deel van de hersenen geactiveerd wordt als wanneer iemand dat voorval in werkelijkheid beleeft. Met andere woorden, onze verbeelding is zeer krachtig en neurologisch gezien direct verbonden met onze herinneringen.
De boodschap hiervan is dat de beelden die de 'herinneringen' vergezellen een normaal, maar verwarrend, verschijnsel zijn. Een vrouw, die worstelde met haar twijfels over de herinneringen, vertelde aan haar nieuwe therapeut: "De flashbacks leken zo echt". De therapeut antwoordde: "Ze waren ook echt, ze zeiden alleen niets over de realiteit".
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van alles wat bekend is over het menselijke geheugen en worden sommige mythen onderuit gehaald. Ons geheugen registreert niet alles wat we ooit hebben meegemaakt, als was het een videorecorder of computer. We vergeten veel. We lijden aan "infantile amnesie" tot we een jaar of vier zijn, dus is het volkomen normaal dat we van voor die leeftijd geen herinneringen hebben. Wat we ons herinneren zijn de hoogte- en de dieptepunten van ons leven, die gebeurtenissen die bijzonder plezierig ofwel bijzonder vervelend waren. Van de dagelijkse rompslomp vergeten we een hoop. Elke keer als we een herinnering ophalen, het ons letterlijk her-inneren, is het het meest voor de hand liggende scenario dat ons te binnen schiet. Al onze herinneringen zijn min of meer vertekend. Iedereen die met broers of zussen wel eens het verleden bespreekt weet dat. De herinneringen die we het meest oproepen lijken het meest reëel. Daarom is het niet gek dat hoe langer we ons focussen op de hervonden 'herinneringen' aan incest, hoe echter ze worden.
Dit hoofdstuk vertelt de geschiedenis van Charlotte Danburry, een jonge moeder met huwelijksproblemen die soms de neiging had haar kind te slaan. Ze zocht pastorale hulp bij haar dominee. Hij hielp haar herinneringen aan mishandeling in haar jeugd op te graven door God te bidden ze aan haar te openbaren. Hij liet haar het boek "Freeing your mind from memories that bind" van Fred en Florence Littauer lezen en Charlotte kreeg zeer gedetailleerde en overtuigende herinneringen. Haar huwelijk liep op de klippen en haar kinderen werden bij haar weg gehaald, en na een lange weg begon ze te twijfelen aan haar herinneringen en aan haar dominee.
Tekst: Mark Pendergrast
Vertaling: Traumaversterking
Sinds Freud honderd jaar geleden het concept van verdringing introduceerde gaat men ervan uit dat dit psychische mechanisme werkelijk bestaat. Maar er is absoluut geen wetenschappelijk bewijs voor het bestaan ervan, ondanks de vele onderzoeken die er door experimentele psychologen naar gedaan zijn.
Sterker nog, Freuds originele geschriften laten overduidelijk zien dat de vader der psychologen zelf aanstuurde op bedrieglijke herinneringen aan seksueel geweld. "We moeten niet geloven wat zij zeggen (als zij ontkennen dergelijke herinneringen te hebben), we moeten er altijd vanuit gaan, en er bij hen op aandringen, dat zij iets achterhouden….. We moeten hieraan vasthouden, me moeten de druk opvoeren en onszelf als onfeilbaar voordoen, tot we uiteindelijk iets te horen krijgen". Of: "Het is van groot belang voor de voortgang van de analyse dat men altijd de juiste houding aanneemt tegenover de patiënt, anders zou men maar afhankelijk zijn van wat de patiënt verkiest te vertellen". Freud weigerde een ontkennend antwoord te accepteren. "We moeten ons niet op een dwaalspoor laten brengen door aanvankelijke ontkenning" schreef hij in die periode. "Als we vasthouden aan ons uitgangspunt en onze overtuiging blijven benadrukken, zullen we uiteindelijk alle weerstand breken".
In 1896 beschreef Freud hoe hij verdrongen herinneringen aan de oppervlakte bracht. "Het is nooit het geval dat patiënten spontaan over deze voorvallen vertellen, nooit stuiten ze is de loop van de behandeling uit zichzelf op herinneringen van deze aard. Alleen onder enorme psychische druk en tegen onnoemlijk veel weerstand in zal het lukken om deze seksuele ervaringen in de kindertijd op het spoor te komen".
Als de patiënten uiteindelijk met de gezochte herinnering op de proppen kwamen, probeerden ze die te ontkennen. Ze zeiden: "Er komt nu iets in mij op, maar waarschijnlijk heeft u het mij aangepraat", of "Ik weet welk antwoord u van mij verwacht", of "Ik begin mij iets te herinneren, maar het lijkt alsof ik het verzin". Freud was doof voor deze tegenwerpingen. "In al deze gevallen blijf ik vasthouden aan mijn standpunt". Hij stelt het zelfs nog duidelijker: "Ik raad het geheim en vertel de patiënt hoe het zit".
Ondanks een eeuw lang experimentele onderzoeken naar verdringing van herinneringen, is er tot op heden geen enkel wetenschappelijk bewijs gevonden voor dit fenomeen.
Dit hoofdstuk geeft een uiteenzetting van de resultaten van de onderzoeken, pro en contra, inclusief recente studies zoals die van Herman & Schatzow, Briere en Conte, en Williams, die veronderstellen de echtheid van verdringing aan te tonen maar dat niet doen.
Conclusie: Ja, we doen soms ons best om aan iets anders te denken dan aan onplezierige herinneringen. We proberen dingen "uit ons hoofd te zetten". Maar kunnen we jarenlange traumatische gebeurtenissen compleet uit ons geheugen wissen? Waarschijnlijk niet. Van de overlevenden van concentratiekampen of van oorlogsveteranen is niemand vergeten wat hij heeft meegemaakt. En zij die werkelijk seksueel misbruikt zijn herinneren het zich maar al te goed.
In dit hoofdstuk wordt verteld over Max Martin, die seksueel misbruikt is door een begeleider van een jeugdkamp toen hij tien was en jarenlang niet aan die gebeurtenis heeft gedacht. Maar in tegenstelling tot de jarenlange stelselmatige traumatisering waaraan mensen herinneringen 'hervinden', betrof dit een eenmalig voorval dat op dat moment niet als traumatisch ervaren werd. Het is dus geen bewijs voor verdringing, maar een eenvoudig voorbeeld van iets vergeten en zich weer herinneren.
Tekst: Mark Pendergrast
Vertaling: Traumaversterking
Veel hervonden herinneringen komen op tijdens hypnose, of het nu zo wordt genoemd of niet. Freud gebruikte eerst de eigenlijke hypnose om bij zijn patiënten 'herinneringen' op te wekken, later schakelde hij over op zijn 'drukmethode', waarbij hij letterlijk op iemands voorhoofd drukte totdat zij zeiden wat hij wenste.
Vanaf het begin was hypnose controversieel en veroorzaakte ontelbare mythes. Over een ding waren de experts het echter eens: dat herinneringen opgekomen onder hypnose vaak verdachte mengsels van fantasie en waarheid zijn. In veel gevallen is het resultaat ronduit 'gebazel' (confabulations) - de psychologenterm voor denkbeeldige herinneringen. Hier volgt een overduidelijke passage uit de vijfde editie van 1989 van het 'Comprehensive Textbook of Psychiatry': 'Een overweldigende hoeveelheid onderzoek wijst uit dat hypnose de nauwkeurigheid van herinneringen niet verbetert, maar wel de bereidheid van een persoon verhoogt om onzekere herinneringen met sterke overtuiging te rapporteren. Verder vertoont het individu een duidelijke tendens om te 'fantaseren' daar waar weinig of geen herinneringen zijn; om herinneringen te vervormen zodat ze meer overeenkomen met wat hij gelooft … en met fantasieën; en om suggesties uit vragen te combineren, alsof het feitelijke herinneringen zijn.
Tenslotte is er de mogelijkheid dat opvattingen van de hypnotiseur op de een of andere manier worden overgebracht op de gehypnotiseerde patiënt en gecombineerd met wat de patiënt opvat als herinneringen, vaak met sterke overtuiging.'
Geen enkele experimentele studie heeft ooit het bewijs geleverd dat hypnose helpt om echte herinneringen terug te krijgen. De reden dat onder hypnose hervonden herinneringen verdacht zijn heeft te maken met de werkelijke betekenis van het proces, dat steeds het concept suggestie insluit. Psychologen hebben hypnose gedefinieerd als een 'staat van verhoogde gevoeligheid voor suggestie'. Wanneer een persoon instemt met hypnose geeft hij of zij stilzwijgend aan in te zijn voor de suggesties van de hypnotiseur. Deze verhoogde staat van gevoeligheid voor suggestie kan goed werken wanneer het doel stoppen met roken, gewichtsverlies, verbetering van zelfvertrouwen, vermindering van doorstane pijn of verbering van iemands seksleven is. Maar het is geen geschikte methode om veronderstelde verdrongen herinneringen op te roepen.
Hypnose kan vergaande gevolgen hebben. De menselijke verbeelding is in staat tot onwaarschijnlijke dingen, zozeer dat personen onder hypnose zelfs wratten weg kunnen wensen. En het hoeft niet perse 'hypnose' genoemd te worden om hetzelfde effect te hebben. Geleide fantasieën, visualisaties, sodium Amytal interviews, ontspanningsoefeningen, ademhalingsoefeningen en gebeden tot God om verdrongen misbruik te openbaren zijn allemaal vormen van hypnose. Wanneer iemand in een ontspannen toestand verkeert, en bereid is om zijn kritische beoordelingsvermogen uit te schakelen, in een fantasiewereld te raken en een grenzeloos vertrouwen te stellen in een figuur met autoriteit die rituele methodes gebruikt, dan kunnen denkbeeldige scènes over het verleden met gemak worden opgewekt.
Leeftijdsregressie onder hypnose leidt tot een rollenspel, waarbij je praat zoals je denkt dat een driejarig kind zou praten. Hetzelfde geldt voor regressie naar een vorig leven.
De hypnotherapeut is zich er vaak geheel onbewust van dat hij de patiënt beïnvloedt, maar wat psychologen 'onbedoelde suggestie' (inadvertent cuing) noemen treedt gemakkelijk op, vaak door de toon waarop men spreekt. (...) Een woord, een geste, een intonatie zet hen op het spoor.' Simpelweg door op een cruciaal punt 'Ga verder' te zeggen, of te vragen 'Hoe voelt dat voor jou?' kan de gewenste response oproepen. Een persoon die instemt met de rol van gehypnotiseerde is duidelijk gemotiveerd om in die rol te geloven en deze echt te spelen. Dit geldt des te meer voor cliënten in psychotherapie die wanhopig op zoek zijn naar de bron van hun ongeluk. Als de therapeut hen, subtiel of direct, heeft laten weten dat ze onder hypnose of geleide imaginatie scènes over seksueel misbruik kunnen verwachten, dan ontdekken ze die vaak ook.
Dit hoofdstuk bevat het voorbeeldverhaal van Jane Webb. Zij ging in therapie omdat ze paniekaanvallen had. Haar therapeut vertelde haar dat die mogelijk hun oorsprong vonden in lang-vergeten seksueel misbruik en dat een eenvoudige ontspanningsoefening kon helpen het misbruik te hervinden. Gedurende de ontspanningssessie kwamen inderdaad overtuigende beelden van incest op. Haar paniekaanvallen werden erger. Haar therapeut zei: 'Het moet eerst erger worden voordat het beter wordt' en dat haar paniekaanvallen in feite flashbacks waren van haar misbruikherinneringen.
Tekst: Mark Pendergrast
Vertaling: P.D.
Velen raakten ervan overtuigd dat zij seksueel misbruikt waren omdat zij de 'symptomen' van seksueel misbruik vertoonden. Die symptomen variëren van depressies en relatieproblemen tot paniekaanvallen en nachtmerries. Er zijn boeken met checklists waarin deze symptomen staan opgesomd. Het probleem is dat de beschreven symptomen op ieder van ons van toepassing kunnen zijn. We voelen ons allemaal wel eens depressief en hebben last van een laag zelfbeeld of problemen in onze relaties. Dat verklaart de aantrekkingskracht van dit soort zelfhulpboeken, we herkennen ons er allemaal wel in.
Angststoornissen zijn de meest voorkomende vorm van psychische problemen in Amerika. Ongeveer 35 % van de bevolking heeft ooit in zijn leven last van paniekaanvallen en die kunnen heel angstaanjagend zijn. Het probleem met de 'recovered memeory therapy' is dat deze paniekaanvallen verkeerd geïnterpreteerd en vervolgens aangemoedigd worden. Het zouden flashbacks van herinneringen aan seksueel misbruik zijn. Patiënten wordt verteld dat ze moeten rekenen op meer flashbacks, en dat die een bewijs voor een verdrongen incestverleden zijn. De angst voor een paniekaanval kan de paniek juist oproepen, en zo kom je in een neerwaartse spiraal van steeds grotere angst terecht.
Mensen die de concentratiekampen hebben overleefd hebben weldegelijk te kampen met flashbacks van hun ervaringen, maar het zijn geen feitelijke herbelevingen van die ervaringen. Ze herbeleven hun diepste angsten van dat moment. Zo was er een gezagvoerder uit de tweede wereldoorlog die onder invloed van sodium pentothal 'herbeleefde' dat hij in zijn tank levend verbrandde. Het was destijds zijn grootste angst, maar geen reële gebeurtenis. Op diezelfde manier kan wie ervan overtuigd is seksueel misbruikt te zijn 'flashbacks' hebben van gebeurtenissen die nooit hebben plaatsgevonden.
Niemand kent de ware betekenis van dromen, maar deskundigen zijn het erover eens dat dromen de angsten en zorgen van de dromer weerspiegelen. Het is daarom niet vreemd dat wie geobsedeerd is door het idee dat zijn misbruikt moet zijn daarover gaat dromen. Met andere woorden, deze mechanismen worden self-fulfilling prophecies.
Dit hoofdstuk zal meer misinterpretaties van bepaalde symptomen ontmaskeren, zoals slaapproblemen, zogenaamde lichaamsherinneringen en eetstoornissen.
Het verhaal van Linda Farnum, 50, die aan een klinische depressie en paniekaanvallen lijdt en gedurende vele jaren meerdere therapieën heeft gevolgd, wordt belicht. Ze raakte ervan overtuigd dat ze lid was van een satanische sekte. Haar paniekaanvallen werden erger en erger tot ze uiteindelijk haar 'recovered memory'-therapeut verliet en op zoek ging naar een specialist in angststoornissen. Daar kreeg ze de juiste medicatie in combinatie met gedrags- en cognitieve therapie.
Tekst: Mark Pendergrast
Vertaling: Traumaversterking
Een gangbaar uitgangspunt in traumaverwerkingstherapie is dat wij een gekwetst innerlijk kind in ons dragen dat verzorgd en vertroeteld moet worden om te kunnen helen. Zo lopen volwassenen ineens rond met teddyberen, spreken kindertaal en willen als een kind behandeld worden.
Er bestaan veel boeken die aanmoedigen dit innerlijke kind op te sporen. In dit hoofdstuk worden een aantal van die boeken bekritiseerd. De zoektocht naar het innerlijke kind gaat meestal gepaard met een herwaardering van de eigen kindertijd, waarbij de ouders in het beklaagdenbankje terecht komen. Whitefield schrijft in Healing the Child Within (1987): "Door verdrongen herinneringen aan de oppervlakte te brengen zijn de meeste volwassen kinderen in staat de ontkenningsfase achter zich te laten en gaandeweg hun trauma's te erkennen."
Dit zoeken naar het innerlijke kind kan resulteren in de ontdekking van meerdere kinddelen ofwel verschillende alters. Met andere woorden de 'ontdekking' van een meervoudige persoonlijkheidsstoornis (MPS/DIS). "Bij de meeste MPS-samenkomsten," zo verklaart retractor Roma Hart, "is een ruimte ingericht voor de kindalters. Precies als bij de kinderopvang tijdens kerkdiensten, met kleurboeken en krijtjes. Maar dan voor volwassen vrouwen!"
Het is goed om in contact te blijven met het gezonde kinderlijke deel in onszelf dat speels en spontaan is en de gave bezit zich te verwonderen. Dit is echter geen 'innerlijk kind' maar gewoon een deel van onszelf dat in sommige situaties handig en nodig kan zijn.
Conclusie: word volwassen en neem de verantwoordelijkheid over je leven. Je herbergt geen innerlijk kind. Je hebt ware herinneringen aan je kindertijd, goede en slechte, maar je bent nu volwassen. Het is gezond om soms speels en open te zijn als een argeloos kind, maar het is net zo gezond om besluiten te nemen en je te gedragen als een volwassene.
Dit hoofdstuk bevat de geschiedenis van Amy Webster, die in haar huis een speciale kamer inrichtte voor haar innerlijke kind en overal haar teddybeer mee naartoe sleepte. Ze raakte haar baan kwijt en kwam in de WAO terecht. Nadat zij van therapeut wisselde begon ze weer als volwassene te leven die verantwoordelijk is voor zichzelf, ongeacht hoe moeilijk dat soms kan zijn.
Tekst: Mark Pendergrast
Vertaling: Traumaversterking
In het verlengde van het 'innerlijk kind' ligt het idee dat je een meervoudige persoonlijkheid zou zijn. Dat je je om het misbruik te kunnen verdragen hebt opgesplitst in meerdere persoonlijkheden, zodat de hoofdpersoonlijkheid het misbruik kon vergeten en geen weet had van de andere persoonlijkheden.
Sinds MPS in 1980 een officiële psychische stoornis werd en de behandeling ervan zodoende werd vergoed door de verzekering heeft het zich in een razend tempo verspreid. Interessant is dat, voor de erkenning ervan, maar een handje vol 'specialisten' deze vermeende aandoening diagnosticeerde en dat vooral in de vijftien voorgaande jaren. Het grootste deel van die 'specialisten' kwam uit de VS en Canada.
Maar veel tegenstanders hebben overtuigend aangetoond dat het fenomeen meervoudige persoonlijkheidsstoornis een voortbrengsel van therapie is, gecreëerd door de verwachtingen van de therapeut en de suggestibele, kwetsbare, aandachtzoekende cliënt. Dit betekent niet dat de therapeut de intentie heeft de aandoening te creëren, noch dat de cliënt bewust doet alsof zij MPS heeft.
Dit hoofdstuk zal in het kort de geschiedenis van het fenomeen MPS behandelen, van Pierre Janet en Morton Prince rond 1900 tot aan Eve, Sybil en andere meer recente voorbeelden. Het vergelijkt de rol die MPS speelt met het vroegere geloof in bezetenheid door demonen. Tegenwoordig wordt MPS aangeduid als DIS (dissociatieve identiteitsstoornis), maar met die nieuwe benaming wordt de diagnose niet minder vaak gesteld.
In 1989 schreef psychiater Frank Putnam een boek over hoe MPS te diagnosticeren en behandelen. Het boek laat uitgebreid zien hoe het vermoeden van MPS zich kan ontwikkelen. Elke wisseling in de gemoedstoestand, tijdelijke stiltes, het gaan verzitten, onverwachte gezichtstrekken en het onvermogen zich gebeurtenissen uit het verleden te herinneren, moeten worden gezien als aanwijzingen voor meervoudigheid.
"Je zult geen MPS op het spoor komen als je er niet naar wilt zoeken."
Tekst: Mark Pendergrast
Vertaling: Traumaversterking
Destructieve sektes en incest-lotgenotengroepen lijken veel met elkaar gemeen te hebben. Hier volgen de karakteristieken van een sekte, zoals gedefinieerd in Combatting Cult Mind Control, door Steven Hassan:
- het vernietigt de identiteit van een individu en vervangt die door een groepsidentiteit;
- het gebruikt vaak een vorm van hypnose om het verleden te herschrijven;
- sektes moedigen een volledige afhankelijkheid van een goeroe aan;
- mensen worden vaak gerekruteerd in een kwetsbare periode van hun leven;
- sektes moedigen zwart-wit denken aan en dragen deelnemers op om alle communicatie met de buitenwereld te beëindigen om te voorkomen dat kritiek van buiten hen doet twijfelen;
- sektes gebruiken jargon, een specifieke vocabulaire dat het gemakkelijk maakt om buitenstaanders een etiket op te plakken en te veroordelen;
- veel sektes doen pseudo-wetenschappelijke beweringen;
- angst bindt de sekteleden, hen wordt gezegd dat het verlaten van de groep uitloopt op zelfvernietiging;
- sekteleden wordt verteld dat ze erg bedorven zijn - incompetent, mentaal ziek of spiritueel tekortschietend;
- ze worden aangemoedigd om hun biologische ouders en oude vrienden als kwaadwillend te zien en hen te vervangen door een zelfgekozen familie, de sekte.
De ervaringen van mensen die een 'hervonden herinnering therapie' hebben ondergaan passen op veel, zo niet alle, van deze tien punten. Bijvoorbeeld: hun identiteit is veranderd. Ze zijn niet langer iemands kinderen, ze zijn 'overlevers'. Hassan toont aan dat in veel van dit soort religies de deelnemers letterlijk worden hernoemd en een nieuwe identiteit krijgen. Patty Hearts bijvoorbeeld werd Tania the Revolutionary. Evenzo, boeken zoals 'The Courage to Heal' en 'Secret Survivors' moedigen lezers met hervonden misbruikherinneringen aan hun naam te veranderen; door een nieuwe identiteit aan te nemen zouden zij zich kunnen losmaken van hun dader-vader.
'Hervonden herinneringen therapie' gebruikt ook een vorm van hypnose om het verleden te herschrijven, het moedigt afhankelijkheid van de alwijze therapeut aan, Maakt misbruik van mensen die therapie zoeken in een kwetsbare periode van hun leven, gebruikt de pseudo-wetenschap van 'hervonden herinneringen therapie' - enzovoort, enzovoort.
Pas wanneer men zich los maakt van het dwingende groepsdenken van de sekteachtige therapiegroep kan men de werkelijkheid weer op een realistische wijze bekijken.
Eerlijk gezegd voel ik me ongemakkelijk bij het woord 'sekte', omdat het zo'n negatieve klank heeft. De belangrijke boodschap van dit hoofdstuk voor hen die uit een 'hervonden herinneringen therapie' komen is: het doet er niet toe of je je 'hervonden herinneringen therapie'-groep een sekte noemt of niet. Feit is dat je in een emotionele atmosfeer verkeerde die heel controlerend en bindend was en door te bestuderen hoe een sekte werkt kun je hier veel inzicht in krijgen.
Dit hoofdstuk bevat de voorbeeldhistorie van Bill Bartholomew, die de banden met zijn familie en vrienden verbrak na hervonden herinneringen over incest. Zijn therapiegroep werd zijn nieuwgekozen familie. Elke poging van zijn echte familie om contact met hem te krijgen werd geïnterpreteerd als kwade opzet. Toen zijn zus schreef: 'Pas goed op jezelf' werd dat door de therapeut uitgelegd als een verborgen hint om zelfmoord te plegen. Toen hij uiteindelijk aan de grond zat en wegging bij zijn therapeut en incestgroep, ontdekte hij Hassan's boek en was verbaasd over de overeenkomsten.
Tekst: Mark Pendergrast
Vertaling: P.D.
Veel herroepers aarzelen om weer contact te zoeken met hun familie en toe te geven dat ze fout zaten. Maar na zovele jaren van scheiding is de drang om naar de familie terug te keren sterk. Hoe kun je op een goede manier weer toegang tot je familie krijgen? Zullen je ouders je niet haten?
'Ik zag er zo tegenop toen ik mijn vader voor het eerst weer ging zien om hem te vertellen dat ik fout zat,' vertelde Gail Demerst, een jonge herroeper, mij. 'Ik verwachtte dat hij de deur voor mijn neus zou dichtgooien, tegen me zou schreeuwen of me zou slaan. In plaats daarvan huilde hij. Hij vroeg of hij me mocht omarmen. Hij zei: 'Ik dacht dat ik je voor altijd kwijt zou zijn'. Het was een van de meest ingrijpende ervaringen in mijn leven. Allebei huilden en huilden we.'
Gails ervaring is karakteristiek. De meeste ouders zijn liefdevol en vergevingsgezind. Ze zijn zo blij dat je weer terug bent, dat ze bereid zijn opnieuw te beginnen, en er blijven weinig grieven. De meeste ouders zijn bereid om je als een 'teruggekeerde' (returnee) te zien en voorlopig niet te praten over wat er gebeurd is. Dat kan voor een bepaalde tijd nodig zijn, maar het is echt noodzakelijk om eerlijk en open te zijn over jouw gevoelens en die van je ouders en over wat met jullie allemaal is gebeurd, op enig moment in de toekomst.
Je zult misschien ontdekken dat je zussen en broers minder vergevingsgezind zijn. Zussen en broers neigen ertoe om minder vergevingsgezind en minder begripvol te zijn dan je ouders, wees dus voorbereid op moeilijke tijden. 'Hoe kon ze mama en papa zoiets aan doen? Loop naar de hel!' is een te verwachten reactie.
Wanneer je je herenigt met je familie, kom je voor de moeilijke taak te staan om de vriendschappen in je therapielotgenoten op te geven. Er bestaat een intense binding, vooral tussen vrouwen die de contacten met oude vrienden hebben verbroken. Samen slachtoffer zijn is een ingrijpende ervaring. Helaas was het gebaseerd op een illusie.
Het is onvermijdelijk dat, wanneer je ervoor kiest om weer te leven in overeenstemming met de waarheid, je sommige vrienden uit de lotgenotengroep zult verliezen. Aan de andere kant zou je hen misschien kunnen helpen om uit de pijn en misère te komen waarin ook zij de afgelopen jaren verkeerd hebben. Ook kun je weer contacten aanknopen met oude vrienden en familie die je lange tijd niet hebt gezien. Het leven zal nu veel meer open staan voor je. Je zult echt een volwassene zijn.
Dit hoofdstuk bevat de voorbeeldhistorie van Laura Chalmers. Zij richtte een lotgenotengroep van incest-overlevers op na hervonden herinneringen. Toen ze haar herinneringen herriep begonnen 'vrienden' uit haar groep op haar af te geven en haar aan te vallen. Maar ze bleef overeind en herstelde de banden met haar familie, en vocht zich een weg door de angst en het wantrouwen. Recentelijk belde een van de vroegere groepsleden en vroeg haar aarzelend of ze haar kon ontmoeten. Ze begon zichzelf vragen te stellen over haar 'herinneringen' en Laura helpt haar de moed te vinden om haar fouten onder ogen te zien.
Tekst: Mark Pendergrast
Vertaling: P.D.
Wie zich in een proces van hervinden van herinneringen bevindt is extreem met zichzelf bezig. 'Je bent zo beschadigd door je traumatische kindertijd', zo zeggen veel therapeuten, 'dat je jezelf wel in de watten leggen moet leggen. Iedereen zou bezorgd over je moeten zijn. Bovendien kan niemand van je verwachten dat je je huishouden doet, auto rijdt of voor je kinderen zorgt, wanneer je constant 'flashbacks' hebt.' Op die manier hebben veel echtgenoten de ouderlijke verantwoordelijkheden overgenomen en voelen de kinderen zich verwaarloosd. Echtelijke seks verdwijnt volledig, want het zou nog meer herinneringen aan seksueel misbruik kunnen oproepen.
Dat je je schuldig voelt over de helse situatie waarin je je gezin hebt gebracht kan terecht zijn. En voor velen van jullie is het misschien al te laat. Je bent al gescheiden tengevolge van de misleidende therapie en de resulterende onware herinneringen.
Maar wanneer je gezin er nog is, richt je dan weer tot hen, wordt weer een verantwoordelijke echtgenote en ouder en ga ervoor, het is nooit te laat. Probeer je kinderen en echtgenoot duidelijk te maken hoe je zelf gevangen zat in je gedrag. Je leed tenslotte meer dan wie ook door te geloven dat je ouders je zulke onwaarschijnlijke dingen hadden aangedaan.
Blijf niet hangen in het schuldgevoel over wat je hebt aangericht. Ga door met een goede ouder en echtgenoot te zijn. Verontschuldig je niet steeds en wees niet terneergeslagen. En herontdek hoe fijn seks kan zijn wanneer het met vreugde wordt gedeeld met iemand van wie je houdt.
Dit hoofdstuk bevat de voorbeeldverhaal van Melissa Frost, wiens echtgenoot haar volledig steunde toen ze overvallen werd door haar verdrongen herinneringen. Hij zorgde voor de huishouding en de kinderen. Nu ze het misbruik heeft herroepen is hij verschrikkelijk boos op haar. 'Je hebt me voor gek gezet!' zegt hij. 'Ik vervloekte je vader toen hij me belde. Nu vertel je me dat al die herinneringen niet waar zijn? Hoe kon je ons dat aan doen?'. Haar tienerzoon praat helemaal niet meer met haar, maar trekt zich terug op zijn kamer en luistert naar harde muziek. Haar tienjarige dochter is de enige die nog van haar lijkt te houden en haar vergeeft, maar Melissa is bang om zich te veel op haar te verlaten voor emotionele steun. Ze is aan het eind van haar latijn.
Tekst: Mark Pendergrast
Vertaling: P.D.
Velen die hun hervonden herinneringen herroepen zijn, heel begrijpelijk, verbitterd en boos op de therapeut die hen heeft aangezet tot deze waanideeën. Ze verkondigen stellig nooit meer naar een therapeut te gaan. 'Ben je gek geworden? Waarom moet ik naar een therapeut? Als ik één ding geleerd heb dan is het wel om mijn eigen problemen op te lossen. Ik heb niet één of andere zielknijper nodig om problemen te zoeken die er niet zijn!'
Het is inderdaad zo dat Amerikanen de neiging hebben om al te snel naar een therapeut te rennen, voor het vinden van eenvoudige antwoorden op normale levensproblemen. Maar de nasleep van fictieve herinneringen is geen 'normaal levensprobleem'. Jij en je hele familie moeten omgaan met een ravage die geen precedent heeft in de Amerikaanse geschiedenis.
Je kunt je weer herenigen met je ouders en de band met je familie herstellen zonder professionele hulp, maar een goede therapeut - een die dit fenomeen begrijpt en een hier-en-nu, no-nonsense benadering gebruikt - kan echt helpen. Jij en je familie kunnen er baat bij hebben om met elkaar te praten in aanwezigheid van een therapeut, die helpt om op een rij te krijgen wat er met je gebeurd is, in bijeenkomsten die een open gesprek mogelijk maken.
Wees echter voorzichtig, want veel therapeuten zijn niet bekwaam. Wanneer ze in 'echte verdringing' geloven zullen ze niet in staat zijn jou te helpen. Maar er is meer om alert op te zijn. Veel therapeuten zijn erin getraind de negatieve aspecten van familieverbanden te benadrukken, in plaats van de voordelen en sterke punten. Tijdens hun studie en in boeken leren psychologen zich te concentreren op niet goed functionerende families, 'de manier waarop ze beschadigen, onderdrukken en beperken', zoals Bernie Zilbergeld schrijft in zijn boek 'The Shrinking of America'. 'Ze leren niet hoe een gezonde doorsnee familie eruit ziet, de wijze waarop een gezin veiligheid biedt, verzorging, liefde en richting.' Om je te helpen onbekwame therapeuten te mijden bevat dit hoofdstuk een bladzijde met vragen, zoals: 'Heeft je therapeut een negatieve visie op andere mensen in je leven en zet hij ze daarmee in een kwaad daglicht?'.
Het is van groot belang te zoeken naar een therapeut die een uitzondering is op deze nare regel, die is gespecialiseerd in echte gezinstherapie en kan helpen om jullie sterke punten te vinden en hoe die elkaar kunnen aanvullen. Vertrouwen kan worden hersteld. En het is gezond om te praten over onuitgesproken gevoelens en misverstanden.
Dit hoofdstuk bevat de voorbeeldhistorie van Joan Durant, een herroeper die, in eerste instantie, geen therapeut wilde zien, maar die uiteindelijk een goede gezinstherapeut vond voor de hele familie. Het voorbeeld bevat een woordelijk weergegeven dialoog van een karakteristieke bijeenkomst.
Tekst: Mark Pendergrast
Vertaling: P.D.
Na de eerste euforie van de hereniging zullen ongetwijfeld sommige oude problemen weer boven komen. Je herinnert je waarom je vader en moeder je tot razernij dreven, waarom je je beledigd voelde door je broers en zussen, waarom je (misschien) in eerste instantie in therapie ging. Deze problemen werden waarschijnlijk nooit opgelost. Misschien leefde je te dicht op je ouders, of waren ze overbezorgd toen je opgroeide. Je was 'papa's prinses' en je moeder hielp je nog je kleren uitzoeken en je huiswerk maken toen je al naar het voortgezet onderwijs ging. Het koesteren van 'hervonden herinneringen' zou een manier geweest kunnen zijn om de noodzakelijke onafhankelijkheid van je ouders te bereiken, een manier om volwassen te worden. Helaas verving je de afhankelijkheid van je ouders door een nog grotere afhankelijkheid van je therapeut. Nu zal het echt nodig zijn om volwassen te worden en op een gezonde manier onafhankelijk van je ouders te worden. Zij moeten begrijpen dat jij niet langer een kind bent, dat je erg veel van ze houdt maar dat je je eigen leven moet leiden.
Elk gezin is een emotionele smeltkroes. Verwacht niet dat je ouders perfect zijn of veel zullen veranderen. Ze zijn misschien te oud en te vastgeroest in hun gewoonten. Waardeer ze zoals ze zijn. Hou van ze en eer ze, maar trek je eigen plan en laat je niet door hen van de wijs brengen.
Dit hoofdstuk kijkt terug op enkele eerder genoemde voorbeelden, en vult ze aan. Ze eindigen meestal (elk op een andere manier) hoopvol, maar niet noodzakelijk met een klassiek 'happy end'. Over het algemeen geven deze voorbeelden goede handvatten voor wie probeert zijn leven en gezin weer op te bouwen.
Tot besluit: Niemand zal suggereren dat het 'goed voor je' was om deze hel van leed te doorstaan. Het was onnodig en tragisch. Maar door dit lijden ben je wijzer en volwassener geworden dan veel van je leeftijdgenoten die hun ouders nooit van zulke afgrijselijke dingen hebben beschuldigd. Je bent meer gaan waarderen wat je ouders voor je betekenen, wat 'echtheid' is en de noodzaak om je kritische vermogens te behouden. Welkom in de echte wereld. Nu beginnen de echte uitdagingen.
Tekst: Mark Pendergrast
Vertaling: P.D.