Hersenspinsels
Ellen de Visser, De Volkskrant 27 januari 2004
Vrouwen krijgen door hun therapeuten soms herinneringen aangepraat over seksueel misbruik. Dat leidt tot bizarre verwijten en een lange, pijnlijke terugweg om weer bij zinnen te komen. "Ze was zo overtuigd dat ik er zelf in ben gaan geloven."
Pas na het beëindigen van tweeënhalf jaar therapie kwam Kitty Hendriks erachter dat ze in haar jeugd helemaal niet gruwelijk seksueel was misbruikt en dat al die verhalen over orgies, kelders, rode gordijnen en die hond gewoon niet klopten. Toen was ze al in de WAO beland, had ze er van ellende dertig kilo bijgegeten en was het contact met haar ouders verbroken.
De provocatief therapeute was haar aangeraden door een kennis. Hendriks zocht hulp omdat ze kort ervoor was verkracht en in haar puberteit misbruikt door een buurman. De therapeute bestudeerde haar lichaamstaal, ontleedde haar dromen en concludeerde dat de oorsprong van al haar problemen in het verre verleden lag: ze zou al voor haar derde jaar door familie en vrienden zijn misbruikt. 'Ze was zo overtuigend dat ik er zelf in ben gaan geloven.'
Na een aantal incidenten stopte ze vorig jaar met de therapie. Samen met een vriendin, die 86 persoonlijkheden had en ritueel zou zijn misbruikt. Ze spraken alles door, bedachten waar ze nu zelf echt herinneringen aan hadden en begonnen te schrappen: 'Volgens mij kan opa ook van mijn lijstje.'
Nu kan ze er af en toe hard om lachen. Maar na de lach volgt de boosheid. 'Je kunt nog geen winkel openen of je hebt allerlei papieren nodig, maar wie zich therapeut noemt kan gewoon beginnen en mensen ruïneren.'
Een suggestibele patiënt, een sturende therapeut die is gefixeerd op seksueel misbruik en het gebruik van 'riskante technieken' als hypnose, geleide fantasie of droominterpretaties. Dat zijn volgens de Gezondheidsraad de ingrediënten die 'ruimschoots' tot 'fabricatie van herinneringen' kunnen leiden. De Raad vindt het hoog tijd dat beroepsgroepen met richtlijnen komen en voorwaarden opstellen waaraan therapie moet voldoen.
Vandaag biedt de Gezondheidsraad minister Hoogervorst van Volksgezondheid het advies Omstreden herinneringen aan, een rapport waaraan vier jaar is gewerkt. Het moet een einde maken aan een al tien jaar durende memory war, een felle strijd tussen psychologen, psychiaters, rechtspsychologen en juristen over de vraag of herinneringen aan misbruik kunnen worden vergeten en veel later in de therapiekamer kunnen worden hervonden.
Enkele honderden ouders zijn de afgelopen jaren beschuldigd door (veelal) dochters die in therapie hadden ontdekt dat ze waren misbruikt. In de jaren negentig werd jaarlijks zo'n dertig keer aangifte gedaan. Ouders werden vastgezet, verhoord, maar nooit volgde een strafrechtelijke veroordeling.
Om te voorkomen dat beschuldigden lichtvaardig worden aangehouden, stelde het College van procureurs-generaal vijf jaar geleden de expertisegroep bijzondere zedenzaken in. Voordat de politie verplicht met onderzoek begint, moet de expertisegroep worden geraadpleegd over de geloofwaardigheid van de zaak. Tussen eind 1999 en 2002 kreeg de groep 23 zaken onder ogen waarbij sprake was van hervonden herinneringen.
De werkgroep fictieve herinneringen, een lotgenotengroep van ouders, vroeg het ministerie van Volksgezondheid in de jaren negentig tevergeefs om de beroepsgroepen van de therapeuten aan te spreken. De nationale ombudsman oordeelde vier jaar geleden na een klacht van de werkgroep dat het ministerie een stuk daadkrachtiger had moeten zijn. Daarop vroeg toenmalig minister Borst de Gezondheidsraad om advies.
Die lijkt op het eerste gezicht de geheugenstrijd niet te beslechten: herinneringen kunnen onder invloed van bijvoorbeeld stress tijdelijk ontoegankelijk raken en later worden hervonden, maar therapeuten kunnen bij patiënten ook ingebeelde herinneringen aan trauma's naar boven halen.
Toch bevat dat polderadvies een kritische ondertoon. De Raad constateert dat de toegenomen aandacht voor kindermisbruik in de jaren negentig bij sommige therapeuten heeft geleid tot een fixatie op het onderwerp en dat zij daar soms 'onverantwoord' veel belang aan hebben gehecht.
De schade die fanatieke therapeuten kunnen aanrichten is zo groot dat richtlijnen hen in de toekomst op het juiste pad moeten houden. De Gezondheidsraad presenteert een lange lijst aandachtspunten. Zoals: 'Als een patiënt, desgevraagd, geen seksueel misbruik meldt, dient deze mogelijkheid niet actief geëxploreerd te worden.'
In de Verenigde Staten, waar patiënten met hervonden incestherinneringen zich jarenlang survivors hebben genoemd, groeit het leger spijtoptantes. Op de website van de False Memory Syndrome Foundation hebben ze een apart hoekje: the retractors speak. Nederland volgt op afstand. Kitty Hendriks werkt aan een website (http://home.wanadoo.nl/traumaversterking) en wil een boek schrijven over wat haar is overkomen. Iedereen moet weten, zegt ze, hoe je kunt worden meegezogen in therapie.
Met Xandra van Dijk gaat het anderhalf jaar na het beëindigen van de therapie nog zichtbaar slecht. Ze oogt extreem moe, heeft grote moeite haar zinnen af te maken en sluit regelmatig vol angst haar ogen.
Ze zocht hulp voor klachten die waren ontstaan na jarenlange burenterreur. Bij de riagg in Maastricht kon ze meedoen aan een landelijk wetenschappelijk onderzoek. Negentig borderline-patiënten kregen drie jaar lang cognitieve gedragstherapie of analytische psychotherapie. Van Dijk werd ingeloot in de eerste groep.
Het hoofd van de riagg-afdeling legt uit dat in die gedragstherapie sterk wordt ingezet op herstel van vertrouwen. 'Patiënten moeten de indruk krijgen dat ze altijd op de therapeut kunnen terugvallen, ze krijgen bijvoorbeeld zijn mobiele telefoonnummer.' Daarnaast worden imaginaties toegepast: met patiënten wordt stilgestaan bij vervelende herinneringen, waarna wordt geprobeerd die opnieuw te beleven en er een andere afloop aan te geven.
Van Dijk schetst een heftiger beeld. Ze werd afhankelijk gemaakt van de therapeut, die haar thuis opbelde, overlaadde met complimenten, teddyberen en cadeaus gaf. 'Zelfs als we elkaar niet zien, dan nog ben ik bij je, via Beer, deze brief, je herinneringen', schreef hij haar.
De klachten waarvoor ze hulp had gezocht, kwamen niet ter sprake, het moest alsmaar gaan over 'het kind in haar'. Alles was erop gericht haar een incestverleden aan te praten, zegt ze, hoewel ze haar behandelaar keer op keer had verzekerd dat er nooit iets was gebeurd. Ze kreeg bandjes mee waarop hij insprak op 'de kleine Xandra'. Ferry van Veghel, haar advocaat, kent de inhoud van alle bandjes. 'Wie er vatbaar voor is, raakt erdoor in trance. Kwetsbare mensen kun je op die manier van alles laten vertellen.'
Ook Kitty Hendriks kreeg steeds te horen dat ze goed moest zorgen voor haar 'innerlijke kind'. 'Mijn kind kon mij vertellen wat er was gebeurd. Als ik naar mijn werk ging, moest ik dat kind thuis laten. Je voelt je nog stom ook, dat je dat niet snapt.'
Haar lichaamstaal zei volgens de therapeute genoeg: Hendriks maakte soms knuistjes van haar handen en friemelde weleens aan haar trui. Allemaal tekenen dat haar gevoel van onveiligheid van voor haar derde jaar dateerde. 'Alles werd gekoppeld aan misbruik. Ik droomde over een kelder en een rood gordijn; dat duidde volgens haar op seksfeesten. Uiteindelijk bleek ik ook door de hond van vrienden misbruikt. Ik raakte zo in paniek bij elke hond die ik zag dat ik dacht: het moet wel waar zijn.'
Hendriks en Van Dijk spreken allebei over 'een web' waarin ze terecht kwamen en niet meer uit konden. Toen Van Dijk uiteindelijk uitsprak dat er iets moest zijn gebeurd, toonde de therapeut zich zielsgelukkig, zegt ze. Op haar 42ste bleek ze ineens een incestslachtoffer. Ze raakte, zoals ze zegt, 'in totaal verval'. Haar man John: 'Als ik opbelde en zei dat het zo echt niet langer ging, werd ik afgescheept. Alles zou goed komen, dit hoorde zo, ze stond voor een doorbraak.'
Toen de therapie plotseling werd beëindigd na een meningsverschil en Van Dijk haar dossier opvroeg, ontbrak daarin een behandelverslag. Ze kreeg drie A4-tjes voor de huisarts, waarin stond dat ze was misbruikt. Advocaat Van Veghel denkt dat er wel aantekeningen zijn van de therapie maar dat het achteraf niet handig was die te overleggen. Van Dijk liet een second opinion doen en bleek geen borderline-stoornis te hebben.
Het hoofd van de behandelafdeling van de riagg verbaast zich over de aantijgingen. 'Wij zijn hier kritisch en heel sceptisch over hervonden misbruikherinneringen. Omdat het om een vergelijkend onderzoek gaat, worden van alle sessies bandopnames gemaakt, zegt hij. Die worden met collega's geanalyseerd en soms aan de patiënten meegegeven.
'Aandringen op het hervinden van herinneringen behoort niet tot onze werkwijze en zou onmiddellijk opvallen. Ik weet dat er therapeuten zijn die zich daarmee bezighouden, maar die werken niet in erkende instellingen als de onze.' Van alle behandelingen bestaan volgens hem dossiers.
Met het rapport van de Gezondheidsraad wordt alles anders, voorspelt advocaat Chris Veraart, die de afgelopen jaren tientallen mensen verdedigde die ten onrechte werden beschuldigd. De Raad constateert immers dat elke herinnering fictieve elementen bevat, dat niemand herinneringen kan hebben aan gebeurtenissen voor het derde levensjaar en dat de therapeutische waarheid nog geen juridische waarheid is. 'Wie nu nog met hervonden incestherinneringen aankomt, moet van goede huize komen.'
Twee jaar geleden slaagde advocaat Van Veghel erin de eerste therapeut veroordeeld te krijgen. De man moest schadevergoeding betalen aan de ouders van een jonge vrouw die hij incestherinneringen had aangepraat. Van Dijk heeft een omvangrijk dossier aangelegd en heeft naast Van Veghel ook een letselschade-advocaat benaderd. Vlak voordat haar vader stierf heeft ze het met hem goedgemaakt.
Kitty Hendriks kwam er na een therapieweek op Kreta achter dat de man van de therapeute een relatie had met een van de patiënten. De therapeute vertelde Hendriks dat ze de vrouw op die manier 'de schoonheid van een goede seksuele ervaring' gunde. 'Toen kon ik opeens niet meer in haar geloven.'
De therapie heeft haar 4500 euro gekost, haar vriendin is tienduizend euro kwijt. Ze hebben een klacht ingediend bij de Inspectie maar die staat machteloos omdat de therapeute nergens geregistreerd staat. Omdat Hendriks bovendien geen therapieverslag heeft, kan advocaat Van Veghel voorlopig niets voor haar doen, zegt hij. De therapeute wilde niet op vragen reageren. 'Ach, je bent terug in de ontkenning', hoorde Hendriks van vrouwen die nog bij haar onder behandeling zijn.
Het contact met haar ouders is hersteld. 'Dat van die hond was zo bizar, dat heb ik nog het langst geloofd', zegt ze. 'Maar nu kan ik er op straat gewoon weer een aaien.'