Hervonden herinneringen: tij lijkt gekeerd

Nederlands Dagblad 28 januari 2004

Voor de échte incestslachtoffers kan het wellicht pijnlijk zijn. Zij verdienen het uiterst serieus genomen te worden. Maar niettemin biedt het rapport van de Gezondheidsraad wetenschappelijke helderheid in een kwestie die jarenlang tot heftige discussies leiden.

In juni 2000 zond de NCRV twee documentaires uit van Thom Verheul, waarin twee vrouwen aan het woord kwamen die gruwelijke verhalen over incest, abortussen en kindermoord vertelden. De dochters deden dat terwijl ze herkenbaar in beeld gebracht werden, inclusief hun woonomgeving. Daardoor was het voor iedereen duidelijk om wie het ging. In de documentaire werd echter geen wederhoor toegepast: de beschuldigde partij kwam in de documentaire niet aan het woord.

Voor documentairemaker Thom Verheul (die eerder de documentaire De Ontkenning, over een vrouw met een meervoudig persoonlijkheidssyndroom) betrof het zelfs een principieel punt: de documentaire moest de 'waarheid van de vrouwen' vertellen, zo sprak hij aanvankelijk. En alleen die waarheid. Pas twee jaar later, en ook pas na dreiging van een rechtszaak, gaf de NCRV toe dat de omroep hier een steek had laten vallen. Er volgden excuses en een schadevergoeding.

In september 2001 werd de discussie nog eens overgedaan toen het boek van socioloog Han Israëls uitkwam. In zijn Heilige verontwaardiging. Een onderzoek naar de feministische visie op incest, kritiseerde Israëls het belangrijkste incestonderzoek in Nederland van de psychologe dr. Nel Draijer.

Een van de 'fundamentele zwakheden' in wat tot dan toe het standaardonderzoek naar incestonderzoek heette, was volgens Israëls dat de geïnterviewden in het onderzoek van Draijer zich juist door het interview bewust werden van seksueel misbruik in hun jeugd. Draijer sprak de kritiek van Israëls tegen, maar niettemin: het waarheidsgehalte van incestverklaringen werd verder gerelativeerd.

Inmiddels lijkt het maatschappelijk tij wat veranderd. De eerste documentaire van Verheul, De Ontkenning, werd uitgebracht in 1992. Daarna kwam de geruchtmakende Eper incestzaak. Een paar jaar eerder hadden discussies rond kindermisbruik maandenlang de kranten gevuld. De 'poppenmethode', gebruikt in de Bolderkar-affaire, werd een omstreden begrip: drong het kinderen 'herinneringen' op of stimuleerde de methode kinderen om werkelijke ervaringen te uiten?

Werkgroep

"In het midden van de jaren negentig kwamen bij de  —  net opgerichte  —  Werkgroep Fictieve Herinneringen (van en voor gedupeerde ouders) ook tientallen meldingen binnen van aangeprate herinneringen,"zegt D. Gersons van de Gezondheidsraad. "De laatste jaren gebeurt dat niet of nauwelijks".

Diezelfde Werkgroep Fictieve Herinneringen noemt de komst van het rapport nu overigens 'positief' en een 'erkenning' dat fictieve incestherinneringen bestaan. Bij de werkgroep zijn ongeveer 280 ouders aangesloten die zeggen dat zij ten onrechte van incest of mishandeling zijn beschuldigd. Het rapport van de Gezondheidsraad lijkt de periode van twijfel nu definitief af te sluiten.

"Met dit rapport verandert alles" denkt advocaat C. Veraart. De advocaat verdedigde de afgelopen jaren tientallen ouders die door hun dochters en zonen vals van incest werden beschuldigd. "Eindelijk is er nu een gedegen, ongenuanceerd oordeel over hervonden herinneringen. Wie nu met hervonden herinneringen aankomt moet van goeden huize zijn," zegt hij.

Veraart meent dat misbruikherinneringen vaak zijn 'aangepraat' door therapeuten die niet kritisch zijn, maar hun patiënten juist stimuleren te zeggen dat ze seksueel misbruikt zijn. Therapeuten wroeten volgens hem met hypnosetherapie, regressietherapie, droominterpretatie en geleide fantasie in het geheugen en halen de meest bizarre herinneringen op.

"Ik ben elke dag bezig met de schade en de rampen die daardoor gebeuren. Families die verscheurd raken. De smet die je moeilijk kwijtraakt als je eenmaal beschuldigd bent en de familieverhoudingen die kapot gaan."