Haags Gerechtshof: LIEGEN MAG!

'Hervonden herinneringen' in zedenschandalen gelegaliseerd

Ron Couwenhoven, Telegraaf 22 maart 2003

APELDOORN - Rechercheurs van de zedenpolitie in Den Haag wisten niet wat ze hoorden, toen de 24-jarige E.B. op 30 september 1998 aangifte deed van zware sadistische en seksuele mishandelingen, waarvan zij omstreeks 1986 het slachtoffer zou zijn geweest. Ronduit schokkend was dat zij haar vader  —  Fred B.  —  zijn twee broers, een vriend van hen en haar al overleden grootvader van deze wandaden betichtte. De broers waren alle drie gerespecteerde predikanten bij de pinkstergemeente in Den Haag en Apeldoorn.

"Als ik niet meewerkte, werd ik geslagen en gestompt. Ik werd met de dood bedreigd als ik iets zou vertellen over de gebeurtenissen. Ze waren uiterst sadistisch. Toen ik tussen dertien en vijftien jaar oud was, werd mijn buik steeds dikker. Na afloop van een kerkdienst in het Thomas Moore College in Den Haag werd ik door de drie broers geaborteerd."

Dat zou volgens de vrouw gebeurd zijn met behulp van een koevoet, waarna ze buiten bewustzijn zou zijn geraakt. Bijzonder merkwaardig was dat niemand  —  ook haar eigen moeder niet  —  ooit geconstateerd had dat zij zwanger was. Nog vreemder was dat zij na de door haar geschetste gewelddadige abortus niet onder medische behandeling moest worden gesteld, terwijl de koster van de kerk later getuigde dat het onmogelijk had kunnen plaatsvinden zonder dat hij er iets van gemerkt had.

De rechercheurs slikten het allemaal voor zoete koek, typten een proces-verbaal en justitie gelastte een onderzoek in dit 'ernstige zedenschandaal'. Het gevolg was dat de dominees Gerard, Fred en Henk B. op 18 mei 2000 in alle vroegte door arrestatieteams van huis werden gehaald en ingesloten. Henk kwam na drie dagen vrij, maar Gerard (52) en Fred (55) zaten 103 dagen vast. Tijdens zijn detentie werd Fred ernstig mishandeld door medegevangen, voor wie al vast stond dat hij zijn dochter had misbruikt.

Maar tijdens de rechtszitting op 28 augustus 2000 kreeg de zaak een sensationele wending toen officier van justitie mr. M.W. Hekelaar het boetekleed aantrok en verklaarde: "De verdachten zijn volledig ten onrechte gearresteerd. Zij zijn het slachtoffer geworden van zogenaamde 'hervonden herinneringen'. Op grond daarvan eis ik vrijspraak!"

Met tranen van pure emotie nog op hun wangen konden de predikanten van de geloofsgemeenschap De Rots in Apeldoorn de Haagse rechtbank verlaten. Maar nu  —  bijna drie jaar later  —  heeft het gerechtshof in diezelfde stad de aanklacht die Gerard B. indiende tegen E. en haar kompanen afgewezen. Hij eiste op 6 juni 2000 een strafrechtelijk onderzoek tegen het achttal wegens smaad, smaadschrift, lasterlijke aanklacht en het doen van valse aangifte.

B. was voor hij zich volledig aan het evangelie ging wijden politieagent. Hij zegt: "Alle elementen van mijn eis kunnen worden aangetoond en zijn in feite door justitie zelf erkend met de eis tot vrijspraak en de motivatie daarvan door mr. Hekelaar voor de rechtbank. Wij kregen zelfs een dubbele schadevergoeding voor de dagen die wij onterecht in arrest hadden gezeten. Het bericht dat justitie geen onderzoek hoeft in te stellen tegen de daders van de valse aangifte was een mokerslag. Het is een onmenselijk bureaucratische benadering. In drie alinea's worden wij afgepoeierd alsof er niets is gebeurd."

En dat terwijl de broers alles verloren. Ze raakten hun baan als predikant kwijt. Gerard B. leidde De Schakel, het grootste opvangcentrum voor drugsverslaafden in ons land, dat binnen enkele weken na hun arrestatie gesloten moest worden. Hun gezinnen vielen uit elkaar en drie jaar na de valse aanklacht zit Gerard B. nog steeds zonder inkomen.

Het gerechtshof had er allemaal niets mee te maken. Dat deed uitspraak zonder dat ook maar één van de aangeklaagden werd gehoord of hun beweringen door een expert werden onderzocht. De raadsheren mr. De Vries, mr. B. de Hoogh en mr. A. Herstel, voormalig voorzitter van de NCRV, ex-hoofdofficier van justitie en nu raadsheer-plaatsvervanger, concludeerden: "In eerste instantie is klager destijds door beklaagden beschuldigd van het plegen van zedenmisdrijven. In dit soort gevallen is het soms mogelijk dat betrokkenen  —  in strijd met de waarheid  —  in hun eigen hervonden herinneringen of dromen geloven. Deze herinneringen of dromen praten zij zichzelf en hun omgeving aan. In dergelijke verklaringen gaat geen opzet om de waarheid geweld aan te doen schuil. De betrokkenen geloven immers hun eigen verhaal. Naar het oordeel van het hof kan in het onderhavige geval dan ook de aanwezigheid van opzet niet worden bewezen. Onder deze omstandigheden is het hof van oordeel dat een strafvervolging niet uitvoerbaar is."

Volgens mr.Chris Veraart uit Bergen, één van de voornaamste specialisten op het gebied van valse aangiften in zedenzaken, is de beslissing schokkend: "Het is een administratieve afwikkeling, waaruit geen terzake kundigheid blijkt. De hele problematiek rond de zogenaamde 'hervonden herinneringen' is de meest broze en ingewikkelde materie waar je als jurist mee te maken kunt krijgen. Hoe weet het hof eigenlijk dat het om hervonden herinneringen gaat? Ik hou me al dertig jaar met dit fenomeen bezig en ben nog nooit  —  ik zeg met nadruk: nooit  —  echte hervonden herinneringen tegengekomen. Altijd was er sprake van voorprogrammering. Een verhaal dat door anderen was ingegeven. Ik mis ook een onderbouwing en dat kan niet in zo'n belangrijke zaak. Bovendien generaliseert het hof met de mededeling dat het 'soms mogelijk is dat men in strijd met de waarheid in hervonden herinneringen gelooft'. Het gaat hier om een expliciete zaak en daar is men niet op ingegaan."

Het staat vast dat E. met haar verbijsterende verklaring naar de politie ging, nadat zij maandenlang met haar moeder gebedssessies had bezocht. "In ononderbroken, soms zes uur durende gebeden, gingen de voorgangers met de vrouwen terug tot in de baarmoeder", verklaarde haar vader indertijd. "Uiteindelijk was dat de reden van mijn scheiding. Ik vond dat men veel te ver ging, maar ik kon mijn vrouw er niet van overtuigen. De mensen werden er volledig geïndoctrineerd. Hun verhalen werden steeds vreemder."

Tijdens de hoorzitting over de aanklacht van Gerard B., die op 20 november vorig jaar plaatsvond, probeerde de predikant er nog op te wijzen dat op de dagen dat hij zich volgens E. aan haar vergrepen had, op meer dan 100 km van Den Haag voor volle kerken aan het preken was.

De dominee: "Mijn alibi is door de politie nooit onderzocht. Had men dat wel gedaan, dan was onmiddellijk duidelijk geweest dat E. aan het liegen was geslagen. Omdat de politie haar werk niet goed deed, stond er niets van op schrift en dat was reden voor het hof om mijn argument terzijde te leggen."

Hij is overigens niet van plan zijn juridische strijd te staken. Er loopt nog een procedure, waarin vergoeding voor de torenhoge schade wordt geëist en Gerard B. zal de uitspraak voorleggen aan het Europese Hof in Straatsburg. "Ik wil een volledige rehabilitatie en dat kan alleen als justitie een serieus onderzoek instelt naar de beweringen van E. en haar vrienden."