Zedenzaken onderzocht: misbruik vaak aangepraat
Rotterdams Dagblad, 26 februari 2004
Droom en fantasie leveren nog geen misdaad of dader op. De therapeut praat nogal eens seksueel misbruik aan. Vaak ook zitten er heel andere bedoelingen achter een aangifte. Justitie moet goed wakker blijven om droom en fantasie uit de rechtszaal te weren.
NIJMEGEN - Verhoorder: "Wat je tot nu verteld hebt over wat er tussen je stiefopa en jou gebeurt, daarover heb je gedroomd?" Aangeefster: "Ja, daar heb ik over gedroomd. Maar als ik wakker werd dan voelde ik dat het echt gebeurd is. (...) Een maand geleden werd ik ook wakker 's nachts en toen voelde ik me erg smerig gewoon, ik ben toen gelijk gaan douchen..."
Fragment uit het rapport 'De ontstaansgeschiedenis ontrafeld' van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken. In twee jaar tijd nam deze groep dertig aangiften van extreem seksueel misbruik onder de loep voordat justitie een beslissing nam over eventuele strafrechtelijke vervolging van de beschuldigden. Het Openbaar Ministerie wilde met de instelling van de groep deskundigen als 'eerste zeef' dubieuze aangiften kritisch laten bekijken. Te vaak was leed aangericht bij degenen die valselijk werden beschuldigd.
Onthutsend
De resultaten van de expertisegroep mogen onthutsend genoemd worden. Maar liefst 87 procent van de onderzochte zaken leidde tot de conclusie dat er te weinig grond was om ze verder in behandeling te nemen. Ze waren simpelweg te ongeloofwaardig. In het rapport over 2001 en 2002 wordt beschreven hoe therapeuten geregeld een bedenkelijke rol spelen bij het besluit van het 'slachtoffer' om naar de politie te gaan. Een citaat: "De 36-jarige aangeefster vermeldt in een oriënterend gesprek bij de politie dat op grond van dromen in therapie is vastgesteld dat zij vanaf haar tiende seksueel is misbruikt door haar vader en anderen."
Therapeuten en hulpverleners — stellen deskundigen als Crombag, Merckelbach en Van Koppen al jaren met afgrijzen vast — duwen kwetsbare patiënten nogal eens over de grens tussen feit en fictie. Via soms wonderlijke technieken weken zij bij hen zaken los die dan als zogeheten 'hervonden herinneringen' de aanloop vormen tot zeer ernstige beschuldigingen.
Voorbeeld van een door de expertisegroep uiteindelijk als 'ongeloofwaardig' terzijde geschoven zaak: "De achttiende jarige, aan anorexia lijdende aangeefster verklaart dat zij op haar tweede, twaalfde en haar zestiende is misbruikt door haar opa. Herinneringen hieraan heeft zij gekregen in een alternatieve therapie waarbij hypnose werd toegepast." En een ander triest geval: "De 25-jarige aangever verklaart van zijn vierde tot zijn achttiende te zijn misbruikt door zijn moeder. Ook zou hij op vierjarige leeftijd tweemaal zijn misbruikt door een onbekende man. De aangever is (net als zijn moeder) aangesloten bij een kerk. Daar leert hij een vrouw kennen met wie hij veel gesprekken voert. Zij heeft een hbo-opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening gedaan en past 'elementen uit de Speyer-therapie' toe op de aangever. Bij hem kwamen vervolgens beelden boven over seksueel misbruik door de onbekende man en door zijn moeder."
In de rapportage van de expertisegroep wordt fel uitgehaald naar omstreden technieken, als bijvoorbeeld regressie. Niet zelden gaan hulpverleners grof over de schreef. Als voorbeeld wordt genoemd de zaak waarin een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige van de GGZ zich vergaand met het onderzoek bemoeide. "De interrupties van de therapeute hadden alle de strekking de tegenstrijdigheden in aangeefsters verklaringen te ' verklaren' en daarmee uit te wissen. Als aangeefster wordt geconfronteerd met verzonnen verhalen in haar schrift die deels overeenkomen en deels afwijken van haar aangiftes zegt de therapeute 'dat zij wel iets kan zeggen over hoe 'zoiets' werkt bij iemand van die leeftijd die dergelijke dingen heeft meegemaakt."
Het OM heeft laten weten zeker te willen doorgaan met de expertisegroep. Officieren krijgen voorgeschreven in aanmerking komende zedenzaken eerst door de deskundigen te laten bekijken.